José De Cauwer: “Remco Evenepoel moet zich meer amuseren in de koers, zoals Pogacar en Van der Poel”
In België blijft de opgave van Remco Evenepoel in de Tour de France nazinderen. Ook Sporza-analist en ex-renner José De Cauwer heeft zijn licht laten schijnen op de situatie van de kopman van Soudal Quick-Step. Welke kant moet hij op met zijn carrière? Volgens De Cauwer is vooral zijn instelling belangrijk.
“Hij heeft een etappe gewonnen. Maar je had toch verwacht dat hij beter zou zijn in vergelijking met vorig jaar, toen hij nog derde werd. Niet qua plaats, maar hij had toch zijn voet naast de echte klimmers moeten kunnen zetten. En daar hebben we hier niets van gezien. Is dat weg? Nee. Is Evenepoel een minder goeie renner geworden? Nee. Is er werk aan? Ja”, aldus De Cauwer.
Wat voor werk dan juist? “Dat je in het leven heel veel zaken moet relativeren. Je moet leren omgaan met sommige zaken. Dat is heel belangrijk. Hij moet nu naar huis. Het mankement – mentaal, fysiek of allebei – proberen te herstellen. En dan opnieuw op zoek naar nieuwe doelen. Hij gaat toch niet stoppen met koersen, dus hij moet voortgaan.”
Thymen Arensman, die na verschillende tegenslagen alsnog een etappe won, kan volgens De Cauwer een goed voorbeeld voor Evenepoel zijn. “Maar na zonneschijn komt ook altijd weer regen, hoe je het ook draait of keert. Arensman is met de fiets van Andorra naar Nederland gereden om zich te bezinnen. Dat hoeft Evenepoel niet te doen, maar je komt wel weer uit bij relativeren en aanvaarden.”
“Het is een kunst om te gaan met het wielrennen. Je kunt heel veel doen en er heel veel voor laten. Maar je moet je ook afvragen: brengt mij dat allemaal iets bij? Word ik daar beter van? Voel ik mij daar beter van in mijn vel? Hij zou wat relaxter moeten zijn. Dat gespannene, gecrispeerde moet eruit. Hij moet zich meer amuseren in de koers. Dat geldt voor het hele peloton zo. Kijk naar renners als Pogacar en Van der Poel, hoe zij naar de koers kijken. Je zal zeggen: dat is gemakkelijk, dat zijn absolute toppers. Die mannen doen er ook alles voor, maar die proberen nog wat speels te blijven. Dat is vooral de taak van de omkadering en de ploeg.”
Echter schuilt, daar juist een van de gevaren, als het door wat voor reden of oorzaak, dan ook eens tijdelijk wat tegen zit.
Hoogstwaarschijnlijk was Evenepoel vooral lichamelijk wat eerder volgroeid, dan ook talentvolle leeftijdsgenoten, die hierdoor hun talenten wat later, ten volle kunnen benutten, maar om de echte top te bereiken wel meer “karakter en hardheid” hebben opgebouwd.
Kan mij goed voorstellen, dat hij momenteel niet zijn beste gevoel heeft en al helemaal niet het onoverwinnelijke, als voor de eerste tijdrit in deze Tour.
Dan speelt toch het probleem, er niet mee om te kunnen gaan, als de vanzelfsprekendheid van het “onoverwinnelijke” er eens niet is.
Tevens uit dit zich vooral in z’n onwelgevallige onprofessionele maniertjes, zoals zijn verbale en gebarende uitingen richting de cameraploegen, die er voor zijn om belangrijke actuele gebeurtenissen vast te leggen.
Ik kon op de lagere school goed leren, hoefde niks te doen. Ik was blij dat ik naar de middelbare school kon, in de hoop dat ik dan wat meer werd uitgedaagd. Maar ook daar ging alles vanzelf. Terwijl ik om mij heen mijn klasgenoten zag worstelen om voldoendes te halen, en keihard zag werken aan hun huiswerk. Iets waar ik me nooit echt mee bezig hoefde te houden.
Totdat ik naar de universiteit ging. Ineens ging het wel snel. Moest ik ineens moeite doen. Zelf leren, zelf opdrachten maken, zelf de lesstof onder de knie krijgen. Dat had ik nog nooit meegemaakt, en dus ook nooit geleerd. Ineens werd ik "voorbijgefietst" door de mensen die het moeilijk hadden op de middelbare school: zij hadden al wel geleerd om ergens moeite voor te moeten doen.
Was een zeer confronterende tijd. Mentaal wel even pittig als je 19 bent. Maar uiteindelijk ben ik gaan leren dat "moeilijk" ook gewoon kan. En soms ook gewoon moet.
Ik had ook kunnen stoppen met studeren en kunnen gaan werken....