Moet België het maandag op het WK tijdrijden voor beloften stellen zonder medaillekandidaat Jarno Widar? De 19-jarige coureur sukkelt met een blessure en de kans dat hij maandag zal deelnemen aan de mondiale titelstrijd tegen de klok, lijkt klein.

Er leek aanvankelijk geen vuiltje aan de lucht voor Widar in aanloop naar de wereldkampioenschappen wielrennen in het Afrikaanse Rwanda. De nieuwe Belgische wielersensatie demonstreerde in de maanden voor het WK zijn hoogvorm, met eindwinst in de hoog aangeschreven Giro della Valle d’Aosta en een tweede plaats (+ twee ritzeges) in het eindklassement van de Tour de l’Avenir.

Widar leek met andere woorden klaar om een hoofdrol te vertolken op het WK tijdrijden, maar kampt met een vervelende blessure. “Twee weken geleden na de Tour de l’Avenir ben ik intensief beginnen met trainen op de tijdritfiets en dan is er plots iets opgekomen. Ik denk dat ik het wat geforceerd heb met door te willen bijten”, vertelde hij zaterdag op een persconferentie aan Sporza.

“De pijn was niet te harden”
Door deze “vervelende beenblessure” kon Widar zijn tijdritfiets tien dagen niet aanraken. “Het was gewoon niet meer houdbaar. Het bot van mijn heup en heel de bilspier errond zit vol spanning, die naar beneden trekt. Het is iets heel speciaals, alsof je steken krijgt van je botten.”

Dit staat de beloften te wachten op het WK tijdrijden

Widar deed zaterdag nog wel een poging om het tijdritparcours te verkennen, maar moest zijn training vroegtijdig afblazen. “Ik heb een halfuurtje in aeropositie gereden, maar daarna moest ik uit de beugel want de pijn was niet te harden.”

En dus lijkt een deelname aan het WK tijdrijden een utopie, al wordt de knoop vandaag pas doorgehakt na een nieuwe test. Voor Widar staat er echter meer op het spel: vrijdag is er namelijk ook nog de wegrit. En laat de jongeling nu de uitgesproken favoriet zijn om in de wegwedstrijd de regenboogtrui te veroveren.

Geen risico met oog op wegrit?
“Ik ga geen risico nemen met het oog op vrijdag”, klinkt het. “Ik ben hier om die te winnen. Ik denk dat mijn conditie na de Tour de l’Avenir goed genoeg is, daarvoor heb ik de tijdrit niet echt meer nodig. Omdat de hinder op mijn wegfiets beperkt blijft tot een zeurende pijn, blijf ik hopen”, besluit hij in gesprek met Het Laatste Nieuws.