foto: Sirotti

Johnny Hoogerland probeerde vandaag tijdens Milaan-San Remo enkele keren weg te geraken uit het peloton. Zowel op de Cipressa als de Poggio was de Zeeuw van Vacansoleil-DCM actief. Een ereplaats zat er voor hem niet in, maar op een twintigste plaats was hij de op één na beste Nederlander.

“Het was doodeng de hele dag,” bekende Hoogerland na afloop tegen de NOS. “De eerste honderd kilometer viel nog mee. Maar aan Turchino en Le Manie begon het nerveus te worden.”

Met zijn aanval op de Cipressa hoopte hij vooral als eerste aan de afdaling te beginnen. “Er ging er één en daar sprong ik achter aan, hoewel ik dat eigenlijk niet mocht. Ik hoopte dat er nog twee of drie man bij zou komen en dat ik dan op mijn gemak zou zitten in de afdaling. Maar ik heb nooit vol gereden op de Cipressa,” geeft hij toe. “Ik dacht: op de Poggio probeer ik het nog een keer. Maar daar klapten ze gelijk over me heen. Bovenop zaten we nog met een man of twintig. Boeckmans viel in de afdaling vlak voor mij, daarna kwamen we nooit meer terug.”

Parcourskennis brak hem op. “Het probleem is dat ik nog nooit de afdaling van de Cipressa en de Poggio heb gereden. Mensen kunnen me afvallen dat ik daar aanviel, maar ik wilde geen risico nemen. Mijn koersen komen in april en ik had geen zin om onderuit te gaan. Ik was wat bang. Ik kan best afdalen, maar je moet hem toch een keer gereden hebben.”