Johnny Hoogerland gaf gisteren wederom zijn visitekaartje af in de Ronde van Spanje, de Zeeuw reed de hele dag in de kopgroep, werd pas in de laatste kilometers ingehaald en kwam helemaal kapot over de streep. Aanvallen zit er voorlopig voor Hoogerland niet in, zo meldt hij aan PZC. “Ik zat al te denken aan mijn volgende aanval maar nu is Hilaire, de ploegleider, naar me toe gekomen. Hij zei: Johnny, je staat zestiende nu, je mag voorlopig niet aanvallen, het klassement is ook belangrijk.”

Dat de Zeeuw voorlopig niet mag aanvallen vind hij wel jammer. “Dat is anders koersen hoor. Ik wil liever lekker in de aanval gaan. Dat ligt me het beste.”

Helemaal leeg was de Vacansoleilrenner toen hij over de streep kwam. “Ik kwam over de finish, heb me in de hekken laten vallen en heb me een paar minuten helemaal kapot gevoeld. ”

De Zeeuwse ‘Hooligan’ baalde er flink van dat hij vlak voor de meet ook nog eens werd ingelopen door een groepje met favorieten. “Daarom voelde ik me, toen ik daar op de weg lag, uitgeput, leeggereden maar ook teleurgesteld. Dat gevoel zakte langzaam weg want ik heb een superdag gehad.”

Tegenover de site van Vacansoleil liet Hoogerland weten: “Ik wilde heel graag meezijn en moest wel even herstellen toen we eenmaal wegzaten. Het is mijn eerste grote ronde en ik ben speciaal vijf kilo afgevallen voor de vele bergen in deze ronde. Tijdens de Ronde van Vlaanderen woog ik 72 kilogram en nu 67. Dat ik overblijf met Moncoutie was mooi. Hij is een klimmer, ik rij goed bergop maar ben geen rasklimmer. Toen hij de achtste of negende keer aanzette ben ik niet meegegaan. Als ik nog eens was gesprongen had ik mezelf opgeblazen, nu verlies ik nog geen veertig seconden op hem. Wat ik wel jammer vond was dat de groep der favorieten me nog passeert in de laatste kilometer.”

Hoogerland krijgt door zijn manier van rijden steeds meer fans, waaronder de Engelstalige verslaggever van Eurosport, deze riep een paar dagen geleden, toen hij ook hard een berg opreed: ‘There he is again, the hooligan Johnny Hoegerland, in the attack, you have to love him.’