Waar Nederland vooral uitkeek naar Robert Gesink en Karsten Kroon, was het Johnny Hoogerland die alweer de show stal, op zijn fel oranje fiets. “Ik had de hele dag kippenvel, zo kicken!”

“Ik hield me 160 kilometer rustig, dat was de afspraak. Daarna moest ik meespringen”, verklaart Hoogerland het strijdplan, dat hij uitstekend invulde. Maar toen de echte toppers opkwamen, was hij blij dat hij kon aanhaken. “Hoe die Cunego langs kwam, dat was ongelooflijk. Ik was gewoon op”, vertelt hij de Telegraaf.

De ‘Hooligan’ bleef zich bewust van zijn taak. “Ik was liever 85e geworden als Karsten maar op het podium had gestaan. Ik vroeg hem in de finale nog of ik iets voor hem kon doen, maar hij zat er doorheen. Ga maar voor je eigen kans, zei hij. Mooi dat hij zo eerlijk is, maar ja, ik zat er ook helemaal doorheen. Ik kon geen boe of bah meer zeggen.”

Bondscoach Leo van Vliet was dolblij met de man die elke belangrijke ontsnapping oranje kleurde. “Johnny was fantastisch, al heeft hij ook wel een paar keer een inspanning gedaan dat ik dacht, ‘joh, blijf nu eens zitten’. Maar het siert hem ook wel. En als je niet aanvalt kan je ook niet winnen hè?”

“Ik had eigenlijk wel een beetje verwacht dat Johnny iets ging laten zien. Hij was een beetje mijn joker voor vandaag. Hij heeft een leeuwenhart. De andere mannen kwamen gewoon tekort op het moment dat het erom ging. Ik ben daar niet boos om, het is gewoon zo. Gesink liet al vrij vroeg doorschemeren dat hij niet goed genoeg was. Hij heeft natuurlijk ook heel wat meegemaakt in de Vuelta. Dat gaat je niet in je koude kleren zitten”, verklaart hij aan Wieler Revue.