Giro 2026: Bulgaarse start, lange vlakke tijdrit en passages over Blockhaus en Passo Giau
Ter Illustratie - foto: Fotopersburo Cor Vos
maandag 1 december 2025 om 17:14

Giro 2026: Bulgaarse start, lange vlakke tijdrit en passages over Blockhaus en Passo Giau

De voorbije weken sijpelden al de nodige geruchten door over de Giro d’Italia 2026, maar maandag werd in Rome ook het volledige parcours van de 109de editie voorgesteld. Zoals al langer bekend was, begint de Ronde van Italië op 8 mei in Bulgarije. Na deze buitenlandse ouverture wachten drie uitdagende weken op Italiaanse bodem, met een langere tijdrit en meerdere zware bergritten.

De Giro d’Italia kiest ook in 2026 voor een start op ‘vreemde’ bodem. Na openingsweekeinden in Hongarije (2022) en Albanië (2025) krijgt Bulgarije komend jaar de kans om de Grande Partenza te organiseren. Het is al de zestiende keer in de Giro-geschiedenis dat de ronde niet in Italië start.

Het zal de sprinters niet malen: zij krijgen namelijk meteen een uitgelezen kans om de roze trui te veroveren. De openingsrit met aankomst in Burgas – aan de Zwarte Zee – kent weinig uitdagingen en is daarmee op maat van de rappe mannen. Op dag twee zijn de puncheurs aan zet, want de rit naar Velilo Tarnovo wordt in de finale gekruid door een beklimming van goed twee kilometer. De Bulgaarse trip eindigt met een overwegend vlakke etappe van Plovdiv naar hoofdstad Sofia.

Terug naar de ‘klim van Eddy Merckx’

Na de eerste drie ritten op Bulgaarse bodem en een eerste rustdag maakt het Giro-peloton – via Calabrië – de oversteek naar Italië. Organisator RCS heeft een etappe richting Cosenza, een heuvelrit naar Potenza en een sprintetappe met finish in Napels in petto voor de heren coureurs. Dit is echter allemaal kinderspel in aanloop naar de eerste échte zware bergetappe: een rit met aankomst op de loodzware Blockhaus-klim (13,5 km à 8,1%) in de Abruzzen, langs de zwaarste zijde vanuit Roccamorice.

Nairo Quintana reed in 2017 weg op de beklimming van Blockhaus – foto: Fotopersburo Cor Vos

De beklimming van de Blockhaus (1.665 meter m) werd nog niet al te vaak beklommen in de Giro, maar heeft al een prominente plek ingenomen in de geschiedenis van de Ronde van Italië. In 1967 behaalde een zekere Eddy Merckx er zijn allereerste etappezege in een grote ronde. Voor de laatste Giro-passage (bij de mannen) over de flanken van de Blockhaus moeten we terug naar 2022: de latere eindwinnaar Jai Hindley kwam toen als winnaar over de streep.

Na deze cruciale bergrit in de Abruzzen volgt een dag later een meer dan verraderlijke etappe in de Marche. Deze rit richting Fermo kunnen we wel bestempelen als een ‘Tappa dei Muri’, want onderweg staan er de nodige steile klimmetjes – die we zo goed kennen uit de voorjaarswedstrijd Tirreno-Adriatico – op het menu. Tijd om bij te komen van deze inspanning is er niet, want op zondag 17 mei wacht ook nog een aankomst bergop in natuurpark Corno alle Scale.

Goed nieuws voor de tijdrijders, loodzware slotweek

Na een ongetwijfeld broodnodige rustdag is het weer alle hens aan dek voor de renners met klassementsambities, want in de regio Toscane heeft de organisatie een vlak tijdritparcours (met onderweg slechts vijftig hoogtemeters) uitgestippeld tussen Viareggio en Massa. Na deze individuele beproeving tegen de klok volgen drie lastige overgangsritten naar respectievelijk Chiavari (met onderweg drie beklimmingen van derde categorie), Novi Ligure en Verbania.

Wat ook opvalt bij het bestuderen van de tweede Giro-week: de renners mogen zich tevens opmaken voor een pittige bergrit in Valle d’Aosta, met finish in Pila. Over een afstand van slechts 133 kilometer worden drie beklimmingen van eerste categorie en (in zijn totaliteit) liefst 4.400 hoogtemeters opgediend. De tweede Giro-week wordt afgesloten met een vlakke rit met aankomst in modestad Milaan.

Remco Evenepoel denkt aan de Giro, geeft de langere tijdrit de doorslag? – foto: Fotopersburo Cor Vos

In de slotweek van een grote ronde valt steevast de beslissing in de strijd om de eindzege, en een dergelijk scenario mogen we toch ook verwachten voor de komende Giro d’Italia. En al helemaal omdat er meerdere bergetappes op de planning staan. Zo trekken de renners in de derde week nog even over de Zwitsers-Italiaanse grens, voor een bergrit tussen Bellinzona en het op 1.664 meter hoogte gelegen Carì.

Nadien volgt er een semi-bergrit naar Andalo en een typische overgangsdag op weg naar Pieve Di Soligo. De klassementsrenners zullen vooral op hun hoede zijn voor de Dolomietenrit tussen Feltre en Pian di Pezzè, met onderweg de beklimmingen van de Passo del Duran, Passo Staulanza, de beruchte Passo Giau en de Passo Falzarego.

De op 2.233 meter boven zeeniveau gelegen Giau is de Cima Coppi, het hoogste punt van de Italiaanse wielerronde. In deze bergclash in de Dolomieten zullen de verschillen ongetwijfeld hoog oplopen, maar de beslissing valt (wellicht) pas één dag later.

De voorlaatste rit begint in Gemona del Friuli, waarna de renners door de gemeenten Buja, Majano, Colloredo di Monte Albano via het Barcis-meer naar Aviano te rijden. De finale zal zich afspelen op de beklimming naar Piancavallo (14,3 kilometer à 7,9%), die maar liefst twee keer moet worden bedwongen. Dit is de klim waar Tao Geoghegan Hart en Wilco Kelderman in 2020 om de ritzege streden. De Brit kwam er als winnaar uit de strijd en pakte dat jaar ook de eindzege.

Hindley, Hart en Kelderman op weg naar Piancavallo – foto: Fotopersburo Cor Vos

Etappe 21 – Afbeelding: RCS Sport

Na deze laatste confrontatie in het (hoog)gebergte kennen we de eindwinnaar van de 109e Giro d’Italia, want de vlakke slotetappe naar Rome zal zonder ongelukken of laatste plottwisten eindigen in een massasprint.

RIDE Magazine
5 Reacties
17:43
2 keer het vliegtuig in om een wielerwedstrijd uit te rijden, en nog 2 keer om er te geraken en weer weg te komen...
+ Alle onnodige km voor staffleden en andere volgers... Wie stopt deze waanzin ?
18:19
Lijkt me standaard voor een buitenlandse start, dus vrij logisch. Enige vreemd element is de extreme verplaatsing naar de finishplaats dus in dit geval Rome. Of dat nou echt nodig is... Vind de verplaatsingen in Italie (op Rome na) heel erg meevallen.
18:45
Ik ben misschien wel het meest benieuwd naar de etappe in het mooie Val d'Aosta. De laatste keer dat er daar een aankomst was in het skioord Pila was in 1992. Dagwinnaar was Udo Bölts, Indurain finishte er vijfde. Die laatste zou de Giro winnen met een voorsprong van "slechts" 5min12 op Chiappucci. "Slechts" omdat het een Giro was met een proloog/tijdrit van 8 km, gevolgd door een tijdrit van 38 km in de vierde etappe en een afsluitende tijdrit van 66 km. In totaal dus 112 km individueel tegen de klok! (Chiappucci verloor 4min40 over deze totaalafstand.)

Spijtig dat we Evenepoel niet terug in de tijd kunnen transporteren om te kijken wat hij zou gekund hebben tegen de GOAT der tijdrijder-klassementsrenners. En als de Giro ooit helemaal zeker wil zijn van een deelname van Evenepoel, dan moeten ze maar eens de ballen hebben om tegen de stroom in zo'n parcours te reproduceren. Met de huidige generatie renners kan het de strijd enkel interessanter maken.

Om te reageren moet je ingelogd zijn.