Richard Carapaz kan aanstaande zondag de derde Zuid-Amerikaan worden die een grote ronde op zijn naam schrijft. Luis Herrera (Vuelta 1987) en Nairo Quintana (Giro 2014 en Vuelta 2016) gingen hem in het verleden voor, maar de Movistar-renner beseft terdege dat het voor hem nog lang niet zover is. “De komende drie dagen worden cruciaal.”

De achttiende etappe van de Giro d’Italia leek voor klassementsrenners een dag van relatieve rust, maar volgens de rozetruidrager is die bewering niet helemaal correct. “De etappe leek eenvoudig op papier, maar voor de ontsnapping weg reed was het zwaar. En in zo’n finale is er altijd stress en moet je inspanningen leveren”, kijkt de man uit Ecuador terug op de door Damiano Cima gewonnen rit.

Carapaz eindigde zelf als 42ste in de 222 kilometer lange etappe. “Het belangrijkste is dat ik met een goed gevoel en zonder tegenslagen ben gefinisht. Ook mijn ploegmaats kenden geen problemen. Dat kan morgen zomaar anders zijn”, liet Carapaz direct na de achttiende etappe optekenen.

“De komende drie etappes worden cruciaal”, weet de 26-jarige. “In de ploeg voelen we ons klaar voor de uitdaging en we hebben er bovenal vertrouwen in dat we het goed kunnen doen. We gaan ons best vandaag doen en hopelijk hebben we de roze trui vanavond nog in ons bezit.”

Carapaz weet op wie hij de komende dagen gaat letten. “Nibali houd ik in de gaten, maar ook Roglic schrijf ik ondanks het feit dat hij de laatste dagen wat minder sterk is niet af”, vervolgt de locomotief van Carchi in gesprek met Radsport-News. “Ik heb veel vertrouwen in de komende dagen. Ik voel me goed en ik ben niet bang voor een zwarte dag.”