foto: Sirotti

In een interview met De Volkskrant blikt Robert Gesink terug op de kritiek die hij over zich heen kreeg na zijn mislukte Ronde van Frankrijk. Doordat hij door een zware val zijn kansen niet voluit kon verdedigen, twijfelden veel mensen – ook binnen de wielerwereld zelf – aan zijn kunnen. “Ik ben in de Tour neergezet als de eerste de beste lamlul die in het peloton rondfietst”, zegt Gesink verbitterd.

Een gebrek aan mentale weerbaarheid was een verwijt dat in de zomer meermaals de kop opstak. “Alsof ik de afgelopen jaren niet bewezen heb dat ik kan vechten”, schildert Gesink dat af als nonsens. “Ik viel in de Vuelta in 2009, maar werd op karakter toch nog zesde. Wat er in de Tour is gebeurd, heeft helemaal niets met mijn mentale weerbaarheid te maken. Daar is namelijk niks mis mee.”

Ook van binnen de Rabobankploeg uit kwam er dergelijke kritiek, bijvoorbeeld uit de mond van ploegleider Adri van Houwelingen. “Zoiets is het grootste onzincommentaar dat je kunt geven. Hij mag zijn mening in het openbaar geven. Maar als iemand een visie geeft die gewoon niet klopt, valt me dat tegen”, stelt Gesink. “Voor mijn ploegmaats is dit ook geen onderwerp geweest.”

Ook dat er iets schort aan zijn stuurmanskunsten, wat leidt tot meer valpartijen dan andere renners, klopt in Gesinks ogen niet. “Er wordt maar wat geroepen. Luis Léon Sanchez is al zes of zeven keer gevallen. Daarover hoor je niemand. Niemand weet hoe vaak iemand als Bram Tankink op de grond heeft gelegen. Maar omdat ik het ben, wordt het breed uitgesmeerd.”