Materiaalzone 
Fietstoerisme 
Geen enkele jeugdopleiding succesvoller dan Decathlon AG2R: “Zo moeten we de Tour winnen”
Interview De opleidingsploeg die deze winter de meeste profrenners aflevert, is niet die van Visma | Lease a Bike, UAE Emirates, Alpecin-Deceuninck of Lotto, maar opvallend genoeg wel het Decathlon AG2R Development Team. Maar liefst zeven beloften maken de stap naar de hoofdcategorie, waarvan vier bij het eigen WorldTeam en één bij Groupama-FDJ, Lotto en Unibet Tietema Rockets. Na de professionalisering van de hoofdmacht, krijgt nu ook de jeugdafdeling de grootste prioriteit bij de Fransen.
Aan het hoofd van die jeugdploeg staat Guillaume Bonnafond (37), een man die het huis al jaar en dag kent. Bonnafond was zelf nog renner bij het toenmalige AG2R La Mondiale tussen 2008 en 2016. Nadien richtte hij zich eerst op het begeleiden van Zwitserse talenten bij Tudor, om de laatste twee seizoenen trainer te worden bij dsm-firmenich PostNL. “Toen ik deze kans kreeg om terug te komen naar het vertrouwde nest, moest ik niet lang twijfelen. En al zeker in deze rol. Ik geniet er van om de nieuwe generatie te begeleiden en jonge talenten te ontwikkelen”, stelt Bonnafond.
“Ik weet niet of het een probleem is, maar we hebben te veel goede renners. We hebben geen plekjes over in het WorldTeam, waardoor we keuzes moeten maken wie de stap mag zetten. Maar de strategie is om de kans te geven om jonge getalenteerde renners, die zich al kunnen tonen. Zoals Paul Seixas, Léo Bisiaux, Oscar Chamberlain en Rasmus Pedersen. We denken dat deze talenten in de toekomst echt de leiders van het WorldTeam kunnen zijn. De ploeg heeft grote ambities in de periode tot 2028, en zij kunnen de mannen worden die deze ambities helpen verwezenlijken.”
Je was zelf renner bij de ploeg tot 2016. Is er intussen veel veranderd?
“Ja, we kiezen radicaal een andere richting. Ik denk dat het heel anders is dan wat ik toen zag, het was meer old school. Nu werken we met grote partners zoals Decathlon. Ze kennen de sport goed en ze hebben hoge verwachtingen. Ze begrijpen wat we nodig hebben en hebben samen met Van Rysel gezorgd voor de best mogelijke fiets en begeleiding. Het zijn de kleine details die je moet optimaliseren, maar juist die details maken een groot verschil. Qua materiaal, strategie. Alles verandert en wordt meer professioneel.”
In steun van Ben O’Connor tijdens de Vuelta – foto: Cor Vos
Hoe belangrijk is een goede opleidingsploeg voor een WorldTeam anno 2024?
“Het is erg belangrijk, omdat we nu zien dat de concurrenten zoals UAE Emirates en Visma | Lease a Bike ook veel jonge talenten blijven ontwikkelen. Op de markt is het momenteel een lastige situatie, er zijn weinig tot geen leiders beschikbaar. Ze liggen allemaal al vast tot 2028 of zelfs 2030. Als we ooit de Tour de France willen winnen, moeten we de allerbeste talenten blijven ontwikkelen.”
Hoe gaan jullie daarbij het verschil maken?
“Het is een proces. Eerst moet je natuurlijk jonge talenten ontdekken. Er zijn veel junioren die al met agents samenwerken, met die mensen moet je een goede band hebben. Maar het is niet alleen zaak om renners te ontdekken, je moet ook de juiste begeleiding kunnen bieden. Als ze bij de ploeg komen, zijn ze vaak heel jong. Je moet hen alles leren over training, voeding en andere omgevingsfactoren die de performance beïnvloeden. Zodat, als ze in het WorldTeam komen, ze weten hoe onze globale strategie werkt.”
Is er een hoofdfocus op Franse renners?
“Nee, nu zijn we een internationale ploeg. Natuurlijk zijn we in de Alpen en Frankrijk gevestigd, maar we houden de deur open voor iedereen. In Frankrijk hebben we wel de beste connecties qua jeugdscouting en banden met de clubs, waardoor we gemakkelijker talenten vanuit die regio’s gaan vinden. Maar onze cultuur is wel meer internationaal geworden. Er is nu een hele Scandinavische groep.”
Waar zal je als hoofdjeugdcoach de focus op leggen?
“We willen deze continuïteit blijven leveren, maar ook blijven verbeteren. We willen ook blijven verbeteren, er zijn verschillende verbeteringen aangebracht in de trainersgroep. Er is ook al een betere samenwerking tussen de jeugdploegen en het WorldTeam met goede communicatie, waarbij ikzelf een hoofdrol moet spelen. We zullen zien of dat de komende jaren een positief effect gaat brengen.”
Bonnafond tijdens zijn tijd als coureur bij de ploeg – foto: Cor Vos
De jeugdploeg levert nu al zeven renners af aan de profs. Het lijkt onmogelijk om die aantallen ieder jaar te halen.
“Nee, dat is waar. Maar dat is ook niet per sé het doel. Kijk, we brengen nu wel vijf talenten over naar het WorldTeam, maar daarmee is het werk dus nog niet af. Dan begint het echte werk pas eigenlijk, een nieuw hoofdstuk voor die jonge renners. Ook bij de profs rekenen we nog twee tot drie jaar qua ontwikkeling. Onze doelen liggen veel meer op de lange termijn met hen, we weten waar we naar toe willen. Stap voor stap blijven we die jongens opvolgen. Het is niet omdat ze prof worden, dat ze daarom ook zullen slagen.”
Wie zijn nu de grootste talenten in de ploeg?
“Léo Bisiaux is een naam die in me opkomt, hij is een van de grootste talenten. Léo is voormalig wereldkampioen veldrijden en deed het goed in de Tour de l’Avenir. Hij kan een goede crosser worden, maar als hij het goed wil doen in de klassementen op de weg, zal hij keuzes moeten maken en prioriteiten kiezen. Het is onmogelijk om je volume te vergroten als je ook in de winter wil scoren. Pas op, we zullen hem in de winter steunen hé. Maar na het WK is het écht wel eens tijd om goed te overleggen over wat hij en wij willen.”
Hoe hoog mikken jullie met die jongens?
“Enkelen zouden een goede klassementsrenner moeten kunnen worden. Maar het is heel dubbel. Iedereen in Frankrijk wacht op de nieuwe Bernard Hinault. Wij willen ook de Tour de France winnen. Maar daarom lag er soms te veel druk op jonge talenten. Daar kan je ook aan ten onder gaan. Kijk naar Thibaut Pinot of Romain Bardet vroeger, zij zijn allebei op het podium geëindigd, maar iedereen wil altijd meer. Laten we onze jonge renners de tijd geven om te rijpen. De Tour winnen is pas de laatste stap, maar laat ons het alstublieft stap per stap doen.”
