Technisch directeur Erik Breukink was zeer verrast over het totale presteren van de Rabobankploeg in de Ronde van Italië. Vorig jaar streed de bankiersformatie met succes voor de roze trui van Denis Menchov, dit jaar was dit totaal anders en mocht de jonge ploeg veelal voor eigen kansen gaan. Het resultaat: Mollema, Ardila en Kruijswijk bereikte een top 20 klassering. Breukink kijkt met trots terug op de prestatie van zijn ploeg. “Er werd aangevallen met het oog op successen en het was niet meezitten om het meezitten.”

Doordat vlak voor de start van de Giro Freire wegviel en Menchov zijn titel niet verdedigde was er dit jaar geen absolute kopman voor een topklassering of etappewinst in de ploeg te vinden. Breukink denkt dat de oorzaak van de goede prestatie van de ploeg mede hiermee te maken heeft. “Ik denk dat heel zwaar weegt, dat deze ploeg zonder een echte kopman van start is gegaan. Het is een hele andere manier van koersen of je aan de ene kant voor een kopman voor het klassement of voor ritten zoals Oscar Freire moet werken of aan de andere kant dat je vrijheid van handelen hebt,” zegt de technisch directeur aan RaboSport. “Natuurlijk hebben de jongens in bepaalde ritten voor Bauke iets moeten doen, maar dat is toch anders dan wanneer je de druk van roze draagt. Deze ploeg kreeg van Amsterdam af heel veel vrijheid en daar hebben ze met zijn allen gebruik van gemaakt.”

Het aanvallustige karakter van de ploeg vond de voormalig nummer twee van de Giro in 1988 subliem. “De ploeg heeft mij met zijn veerkracht verrast. Er werd aangevallen met het oog op successen en het was niet meezitten om het meezitten. Er zat een bepaalde filosofie achter. En er kwamen ook kansen. Brown in Middelburg. Kruijswijk en Ardila in die hele grote lange ontsnapping. Stammie, maar toen kreeg hij helaas die leegloper.” Natuurlijk, de grootste kans op etappewinst van de Ronde van Italië vergeet Breukink niet te noemen. “Kruijswijk deze week nog, maar toen miste hij wellicht nog dat kleine beetje ervaring. Er kwamen kansen en die dwongen ze zelf af. Knap en goed.”

De technisch directeur die in het verleden zelf nog voor Rabobank heeft gekoerst, verbaasde zich vooral over de fysieke en mentale kracht van klimmers in de laatste deel van de Ronde van Italië. “Als je naar de laatste week kijkt. Dat de klimmers tot aan het einde goed blijven en zelfs minder snel verzwakken dan anderen in het peloton.” Doelt Breukink met name op het trio Ardila, Kruiswijk en Mollema. “Bauke zat er de laatste week een paar keer goed tussen. Steven Kruijswijk in die rit met Hondo en Monier. Op de grote cols zijn ze nooit gebroken. Niet op de Zoncolan, niet op de Mortirolo en ook niet op de Gavia. Dat is grote winst voor die mannen”, laat Breukink met trots op de site van de ploeg weten.

Natuurlijk had de ploeg vooraf wel de verwachting en hoop dat Mollema, een groot klimtalent in de ploeg, een goede klassering aan zou kunnen. Breukink is daarom zeer content met zijn twaalfde stek. “Bauke hadden we in het hooggebergte wel verwacht. Tussen de tiende en de twintigste plaats was onze doelstelling. Met een hele grote meevaller top tien. Dat laatste is bijna gelukt, dus was het erg goed.” Toch ziet de voormalig ronderenner nog wel diverse verbeterpunten voor zijn pupil. “Maar hij heeft zich ook een paar keer laten verrassen. Wat dat betreft was deze Giro voor hem een hele goede leerschool. Nu kun je zoiets permitteren.” De revelatie aan de kant van Rabo vergeet de technisch directeur natuurlijk niet te noemen. “Steven Kruijswijk was onze grootste verrassing. En zo fris blijven tot en met de laatste dag. Dat kan niemand verzinnen.”

Door het wegvallen van de nestor van Rabobank, Koos Moerenhout, voordat de Giro was begonnen, was Mauricio Ardila de man met de meeste ervaring in de ploeg. Breukink steekt de loftrompet af voor de kleine Colombiaan, die zich als een goede wegkapitein ontwikkelde. “Ardila was altijd al goed bij ons, alleen viel dat niet op,” zegt ‘Breuk’ met lof over Ardila. “Hij heeft zowel in de Vuelta als in de Giro vaak een belangrijke ondersteunende rol gehad voor Menchov. Hij was altijd een hele belangrijke pion. Nu lag dat anders en direct werd duidelijker dat hij in de bergen een heel hoog niveau kan halen. Hij was ook heel begaan met de ploeg en een hele belangrijke factor voor de jonge mannen. Ja, een rol als wegkapitein in de bergen.”

Afgelopen dagen werd een paar keer gesuggereerd dat Bauke Mollema ook maar gelijk de Tour de France moet gaan rijden dit jaar. Breukink maakt direct duidelijk dat dit zeker niet gaat gebeuren. “Dat zou zeer onverstandige zijn. Stel dat we bij het begin van het seizoen hadden geroepen dat Bauke de Giro én de Tour zou gaan rijden. Dan zouden de mensen ons voor gek hebben versleten en terecht. En dan nu ineens wel met een jongen van 23. Dat zou absurd zijn”, neemt de technisch directeur zijn pupil in bescherming. “Op het NK zullen de mannen van de Giro zeker profijt hebben. Daarna moeten ze even geen gekke dingen doen en rustig naar het volgende deel van het seizoen toewerken. Zonder Tour, want dat zou absoluut gekkenwerk zijn. Je moet ook niet vergeten dat Bauke bijna heel 2009 heeft gemist door ziekte. We moeten dit koesteren en er zuinig op zijn”, sluit de Rabobaas positief af over het klimtalent van zijn ploeg.