Egon van Kessel uitte afgelopen zaterdag in een interview met het NRC Handelsblad kritiek op het opleidingsbeleid van de Rabobankwielerploegen. Zo stelt hij dat het rendement van de doorgroei te laag is,de jongens het te makkelijk hebben omdat er soms weinig concurrentie is, ze veel winnen bij de jeugd, maar niks meer bij de profs. De voormalig bondscoach heeft zelfs al oplossingen aangedragen bij de bank, maar hier is niks meegedaan.

Het contract Van Kessel werd vorig jaar niet verlengd door de KNWU (evenals de bondscoaches van de jeugd en baan), ondermeer door zijn kritiek in Sport International op de Rabobank. De nieuwe directeur stuurde achter zijn rug om een mail met excuses naar alle Raboploegleiders “daarmee werd mijn positie als bondscoach aangetast en kreeg ik een brief dat ik niks meer mocht zeggen”. Voornamelijk vond er geen contractverlening plaats door het gebrek aan resultaat.

“De bond gaat uit van het principe: wie betaalt, bepaalt. De KNWU was erg bang voor hoofdsponsor Rabobank. Daarom zijn er verkeerde beslissingen of erger, geen beslissingen genomen. Resultaat, Nederland heerst internationaal bij de jeugd, maar bij de profs stagneert de progressie.”

“In de Amstel Goldrace worden Karsten Kroon en Robert Gesink 2 en 3, maar dat is een vertekend beeld. Het gros van onze renners lost veel te vroeg. In de Waalse Pijl stond woensdag 1 Nederlander bij de eerste vijftig. Er komen nu 4 jongen lichtingen aan zonder veel talent. We staan er slecht voor.”

“Gesink, Dekker Reus, Langeveld, Mollema en Boom. Van die zes moet het komen. Dekker heeft een tik gehad, Reus een zwaar ongeluk, Langeveld en Boom is nog afwachten maar dat ziet er goed uit. Gesink is bezig om het te maken. Feit blijft dat we over 2 a 3 jaar misschien 3 of 4 renners op topniveau hebben. Dat is het rendement van 15 jaar Rabobank-opleiding van een miljoen euro per jaar.”

“Ik heb in de winter 2005-2006 een overzicht gemaakt. Nederlands scoort hoog bij de jeugd, slecht bij de profs. Knechten hebben we nog wel, maar toppers? Van de honderd renners uit de Rabo-opleiding hebben er bij de profs slechts 7 punten gehaald inde Pro Tourwedstrijden. Ik kan aantonen dat geen enkel land zoveel uitval van talent heeft. Dit zijn cijfers die ik neerlegde op het bureau van de KNWU en bij een aantal ploegleiders van Rabo. Er gebeurde niets.”

“Rabo heeft een geweldige opleidingsploeg, Nico Verhoeven en zijn mensen zijn zeer kundig. Maar de goede bedoelingen ten spijt, het pakt al jaren verkeerd uit. Het is te goed voor de jonge renners. Fysiek liggen ze daardoor zover voor op leeftijdsgenoten dat succes bijna vanzelf komt. Terwijl je juist moet zorgen dat we genoeg fysieke ruimte overblijft om als prof, in de leeftijd van 25 tot 35, te kunnen doorgroeien. Bij de jeugd moet je jongens mentaal harden, zorgen dat ze het niet te goed hebben. Strijd leveren. Je haalt de competitie weg als alle talenten naar Rabo gaan. En bij de profs worden ze ingehaald door renners die niet de mogelijkheden van Rabo hadden maar wel hard moesten vechten. Zoals de broers Schleck, Boonen, Langeveld en Westra.”

“Gesink, Maaskant, Mollema, die allemaal maar 1 jaar door Rabo zijn opgeleid en voor de rest elders. Langeveld en Terpstra zonder Rabo-opleiding. Uitgerekend die jonge hebben de afgelopen 2 jaar gescoord.”

“Ik stelde voor om de visvijver van talenten te vergroten. Verdeel het miljoen over vier ploegen, dan bedien je ruim zestig talentvolle renners. Creëer een competitie in eigen land, die er bij de beloften al lang niet meer is. Gebruik alle kennis die jullie hebben voor een veel grotere groep dan nu. Maak het voor de eigen jongens allemaal wat soberder. En geef verhoeven namens Rabo de supervisie, samen met de bondscoach. Op korte termijn ga je resultaat zien. Dat garandeer ik. Knebel vond het een goed plan, we gingen het uitvoeren. Nooit meer iets gehoord.”