Eerste profzege Vansevenant in GP Industria & Artigianato, Mollema tweede
Mauri Vansevenant heeft de GP Industria & Artigianato op zijn naam geschreven. Voor de jongeling van Deceuninck-Quick-Step is het zijn eerste profzege. Vansevenant was de beste sprinter van een elitegroep na een heuvelachtige koers en versloeg Bauke Mollema (Trek-Segafredo), Mikel Landa (Bahrain Victorious) en Nairo Quintana (Arkéa-Samsic).
Bodnar in de vroege vlucht
Maciej Bodnar was de bekendste naam in de kopgroep. De Pool van BORA-hansgrohe kreeg de jonge Italianen Guido Draghi (Mg.k Vis VPM) en Lorenzo Balestra (Beltrami TSA-Tre Colli) met zich mee. Zij kregen niet meer dan drie minuten voorsprong van het peloton, waar Trek-Segafredo het initiatief nam.
In de laatste honderd kilometer moesten de renners vier keer een heuvelachtige omloop van 27,5 kilometer afleggen. In elke ronde stond de klim naar Fornello, die doorliep tot in San Baronto, te wachten. In de tweede ronde wist Bodnar zijn medevluchters af te schudden. Hij kreeg Héctor Carretero (Movistar), Samuele Zoccarato (Bardiani-CSF-Faizanè), Alejandro Ropero (EOLO Kometa) en Marco Frapporti (Vini Zabù) in de tegenaanval, maar niet veel later volgde een algemene hergroepering.
Kleppers tonen zich in zware finale
In de voorlaatste ronde gooiden onder meer Alejandro Valverde en Vincenzo Nibali de knuppel in het hoenderhok, maar die poging met onder meer ook Dries Devenyns hield geen stand. Op de laatste klim reed de beslissende kopgroep weg: Nairo Quintana en Mauri Vansevenant waren de aanstichters en kregen Bauke Mollema en Mikel Landa mee. De vier kwamen met een halve minuut voorsprong over de top van de klim en doken de afdaling in richting de finish.
Omdat het stilviel vooraan, wist uit een achtervolgende groep Ide Schelling (BORA-hansgrohe) nog de oversteek te maken in de slotkilometer. De Nederlander hoopte op en over de kopgroep te gaan, maar werd teruggehaald door Landa. Mollema ging vervolgens de sprint als eerste aan, maar hij werd in de oplopende straat geremonteerd door Vansevenant. Landa, Quintana en Schelling volgden in de uitslag.
Eerste profzege
Voor de 21-jarige Vansevenant is het zijn eerste profoverwinning uit zijn nog jonge carrière. Hij sloot halverwege vorig seizoen aan bij de ploeg van Patrick Lefevere en maakte afgelopen najaar al indruk. Woensdag in de Trofeo Laigueglia (toen won Mollema solo) werd Vansevenant, zoon van oud-wielrenner Wim Vansevenant, ook al knap derde.
- Ouderen is de sluiproute naar Abraham afgesneden waardoor ze nivelleren met de talenten.
- Jongeren hebben betere intelligence voorhanden waardoor ze qua preparatie het wiel van hun nestors gevonden hebben.
Persoonlijk denk ik dat het komt omdat het randjelopen tegenwoordig meer een teamding is dan dat er op individueel niveau veel mogelijk is.
Het lijkt me anders vrij eenvoudig: er is een hele genratie van succesvolle renners aan het verouderen en ze presteren niet meer zoals voordien (Nibali, Froome, Mollema, Van Avermaet etc), er is nauwelijks een tussengeneratie die naam waardig (Alaphilippe zit in zijn leeftijdsgroep redelijk alleen als topper) en er is een heel blik jeugdige veulens met kwaliteit open getrokken, wat is daar nu zo moeilijk aan ...
Dat die toptalenten van de tussencategorie nu aan alle kanten voorbij gelopen worden door de jongere generatie die amper koerservaring heeft is gewoon heel erg opvallend. Vansevenant heeft vorig jaar een paar maanden wat koerskilometers gemaakt en is nu opeens goed genoeg om tussen de wereldtoppers koersen te winnen. Ik vind dat een hele opvallende ontwikkeling ja. Zoals ik dat bij Quick-step de laatste jaren vaker vind. Of het doping, ketonen of iets anders is weet ik niet. Maar ik heb er wel mijn bedenkingen bij soms ja.
Zeker omdat ik wielrennen al een aantal decennia volg, en meestal is het letterlijk vliegen van een aantal renners uiteindelijk niet de uitkomst van alleen maar talent.
Het beeld van de missende tussengeneratie kan ik ergens plaatsen. Maar is dat niet de generatie Van Aert / VdP / Flip? Die zitten tussen de dertigers en de begin 20-ers in.
Ergens ben ik niet verbaasd door het steeds jonger worden van renners die doorbreken. Die jochies worden vanaf heel jong al beter begeleid, en leven vaak in hun puberteit al als professionals. Kijk bijv. naar DNA Nys, en zie hoe professioneel het daar al aan toe gaat. Dat heeft niks meer te maken met hoe het 15 jaar geleden ging volgens mij, waar je als jong gastje kilometers ging maken met de lokale wielervereniging (of met je boekentas achterop door het Groningse land fietste).
Wat ik wel denk, is dat de rek er eerder uit zal zijn bij die jonge mannen.
Ik durf met zekerheid te stellen dat jongens als Pogacar en Evenepoel die de stenen uit de straat rijden 20 jaar geleden veel minder snel hun eigen kans hadden mogen gaan.
Voor het eendagswerk had je de generatie met Boonen, Cancellara, Gilbert en Valverde. Van de tussengeneratie heb je Sagan en Kwiatkowski, die eigenlijk allebei al enkele jaren wat aan het aanmodderen zijn. Dan is het nu aan Alaphilippe, MvdP en WvA, echte jonkies zijn dat niet meer. Hirschi kun je daar als jongeling misschien bijzetten, maar die moet nog bevestigen.
Wat het ronderennen betreft had je Contador en Froome als toppers. Daar kan je eventueel nog Nibali bijzetten, hoewel die vooral als allrounder die status verdient. Tussengeneratie is er niet echt. Je had Dumoulin, maar die is dus weg. Veel subtop met Quintana, Pinot, Yates, etc. maar echt grote ronderenners zitten daar niet bij. Nu met Pogacar, Bernal (en misschien dat Evenepoel nog die brug kan slaan) staan er wel weer toptalenten op. Door het ontbreken van echt sterke, all-round toppers voor het rondewerk in de tussengeneratie, kunnen die direct winnen. Roglic staat er nu natuurlijk wel tegenover als ervaren man, en die wint ook gewoon grote rondes.
Volgens mij gaat dat gewoon in vlagen dat er uitzonderlijke generaties zijn met meerdere toptalenten. De echt grote coureurs in de geschiedenis wonnen ook vaak al op jonge leeftijd grote koersen.
Even opgezocht: Gimondi en Fignon wonnen de Tour als ze 22 waren, Anquetil, Hinault en Ullrich 23, Merckx en Contador 24, etc. Lijkt me niet iets nieuws.
Het opvallende voor mij zit hem nu juist in dat de categorie daaronder opeens kneiterhard binnen komt, en zo vaak. Vansevenant, ok, ik weet dat het een behoorlijk talent was bij de beloftes, maar het was niet echt een hele speciale. En die komt dan over naar de profs, heeft ff wat maandjes nodig. En dan opeens boem, bats kan ie gewoon mee met de wereldtop. Dat ging vroeger voor mijn gevoel toch wat geleidelijker.
Ook Almeida zo'n voorbeeld. Rijdt dan in 2019 een heel goed belofteseizoen, dus groot (niet exceptioneel maar wel groot) talent. In 2020 rijdt ie volledig waardeloos, tot een koersje in Utah, waar hij bergop overigens wel moeite heeft met het volgen van renners genre Niklas Eg. Rijdt wat koersjes in Australie. En poef paar weekies erna knalt ie als de eerste de beste wereldknecht toppers eraf in dienst van Evenepoel. Om het na een coronabreakje nog wat gortiger te maken.
Overigens niet alleen bij Quickstep hoor. Er zijn veel meer jonkies die extreem hard doorbreken. En wat ik er precies van moet denken weet ik niet. Maar waar ik een jaar of 6 geleden het gevoel had dat wielrenners écht weer voor inspanningen moesten betalen, en een x aantal cartouches per race hadden waar ze zuinig op moesten zijn. Daar zie ik nu veel renners (En dat vind ik dus nog opvallender bij jonkies) die gewoon overal waar ze komen in iedere koers vliegen alsof het geen centje pijn doet. En met mijn verleden als fan van wielrennen krijg ik daarbij wel eens wat donkerbruine vermoedens.