Ducrot: “We kruipen uit een diep dal”
Dagelijks horen honderdduizenden NOS-kijkers de term weer voorbij komen: ‘het nieuwe wielrennen’. Vaak gebezigd door Maarten Ducrot, is dit begrip inmiddels op veel wielerfora geanalyseerd, opgehemeld en afgekraakt. WielerFlits vroeg de voormalig wielrenner hoe hij ‘het nieuwe wielrennen’ in de Tour ziet terugkomen.
“De Tour gaat duidelijk maken hoe de strijd om de geloofwaardigheid van de renners en de koers zich verder ontwikkelt. Wat we inmiddels weten is dat het slachtofferen van renners in de voortdurende strijd tegen doping juist steeds meer ongeloofwaardigheid produceert. Renners zijn dader en slachtoffer tegelijk”, vertelt Ducrot.
Cultuur
Hij wijt dit niet aan de individuele instelling van de gemiddelde professionele wielrenner. “Ze zitten in een cultuur waar iedere betrokkene aan meedoet. Van journalist tot de dokter. In die cultuur is de menselijke maat steeds verder naar de achtergrond geraakt. Sportiviteit, beschaving en ethiek zijn begrippen die alleen tellen als er geen andere belangen spelen.”
Menselijk
Veel wielerfans denken dat er in het huidige decennium wel meer renners gepakt worden, maar minder gebruikt wordt. Ducrot was zelf prof van begin jaren ’80 tot begin jaren ’90. “Vroeger was wielrennen menselijker. Coppi bekommerde zich om zijn gregario’s (knechten, red.), ook ik heb in een peloton gereden waar kameraadschap heerste maar wel steeds meer onder druk kwam te staan. Doping is maar een klein aspect waarin dat tot uiting komt.”
Lichtpuntjes
“Het dieptepunt van die ontwikkeling is eind jaren 90 met de ‘Tour de dopage’ wel zo’n beetje bereikt. Die bodem houdt tot op de dag van vandaag aan, maar er zijn lichtpuntjes, door mij het nieuwe wielrennen genoemd. Die ontwikkeling wordt op veel terreinen zichtbaar maar is nog zeer broos: Controle in de koers is steeds moeilijker, jonge renners die er vol voor gaan, en vooral, dat ook mogen, de reactie van collega renners op dopinggebruikers”, aldus de commentator van de NOS.