Dominante Lutsenko zet Giro d’Abruzzo naar zijn hand, slotrit voor Pavel Sivakov
Alexey Lutsenko is in de slotetappe van de Giro d’Abruzzo nooit meer in de problemen gekomen. De Kazachse renner van Astana Qazaqstan kwam voorop met een groepje van drie, en verzekerde zich zo van de eindzege. Pavel Sivakov (UAE Emirates) mocht de slotetappe naar zijn hand zetten.
In de slotetappe van de Giro d’Abruzzo was het geen meter vlak. Vanaf de start in Montorio al Vomano ging het alvast constant op en af, maar die klimmetjes kregen officieel geen categorie mee. Pas vanaf kilometer negentig kon er vuurwerk verwacht worden op de Forca di Penne (1e categorie). Aansluitend volgde de Castel del Monte, met zijn 14,2 kilometer aan 4,5 % terecht een beklimming van buiten categorie. Na die beklimming ging het terrein steeds meer bergaf, op enkele korte pukkels in de finale naar L’Aquila na.
In dat glooiende begin van de rit duurde het ruim twintig kilometer vooraleer we een vlucht van de dag kregen. Matthew Riccitello (Israel-Premier Tech), Adrien Maire (TDT-Unibet), Sébastien Reichenbach (Tudor Pro Cycling), Alessandro Tonelli (Bardiani) en Simone Raccani (Zalf Euromobil Fior) waren de gelukkigen die even voorop mochten rijden. Even later haakte ook Jan Christen (UAE Emirates), de nummer tien in het klassement, zijn wagonnetje aan. Al kon hij het Astana Qazaqstan nooit echt nerveus maken.
Zij gaven de leiders immers nooit meer dan anderhalve minuut. En al snel kwamen ook de twee lastigste beklimmingen van de dag eraan, waardoor de zes niet veel later sneuvelden. Astana Qazaqstan en Israel-Premier Tech deden er intussen alles aan om het peloton uit te dunnen.
Met z’n drieën
Op zo’n 2,5 kilometer van de top, bleven zo alleen George Bennett (Israel-Premier Tech), Pavel Sivakov (UAE Emirates) en klassementsleider Alexey Lutsenko (Astana Qazaqstan) over voorin. Opvallend: de topfavoriet, Adam Yates, miste wederom de slag en is duidelijk nog op zoek naar zijn beste benen. Lutsenko wist dan weer dat dit voor hem een ideale situatie was, omdat Bennett en Sivakov in het algemeen klassement al meer dan een halve minuut op hem moesten toegeven.
Die drie stevenden samen op de finale af, met een geruststellende voorsprong van zo’n anderhalve minuut. Er was een ideale samenwerking, tot de laatste tien kilometer. Bennett was de eerste die zijn vluchtmakkers probeerde te verrassen op zo’n zeven kilometer van de finish, maar op het vlakke maakte zijn poging weinig kans. Sivakov probeerde het dan weer tot vier keer tot op het klimmetje, maar Lutsenko beantwoordde die aanvallen met sprekend gemak. Ook Bennett ging zijn Franse vluchtgenoot een aantal keer terughalen, waardoor Lutsenko in zijn vuistje lachte.
Zo gingen we toch met z’n drieën sprinten in L’Aquila. Bennett zette de sprint van wel héél ver in, waardoor Sivakov er in de laatste meters al bij al gemakkelijk overkwam. Lutsenko hield zich in de sprint dan weer afzijdig, hij was duidelijk al blij met zijn eindzege.
Welke garantie hebben ze dat ze drie keer top vijf rijden ik Frankrijk om aan evenveel of meer punten te komen?
In geen honderd jaar kon Yates Lutsenko hier kloppen.
Lutsenko bewijst nl dat hij de sterkste is ; dan ga je toch met 4 man in de top tien van het AK niet meewerken in de vlucht met Lutsenko…..
Zet Lutsenko voor het blok: bijna 50 km op kop rijden, ga dus niet overnemen en dan moet Lutsenko riskeren dat Sivakov je er af rijdt de laatste 5 km en zijn gat in het AK overbrugt OF…Lutsenko wil dat niet riskeren en laat zich in lopen door het peloton waar naast Yates ook Ulissi rijden die dan om beurten gaan demarreren.
Deze tactiek is echt onbegrijpelijk voor een WT team…