Nu de teleurstelling over het niet meedoen aan de Giro grotendeels verwerkt is, richt Marc de Maar zich weer op een nieuw doel: deelname aan de Tour de France bewerkstelligen.

Na een prima Ronde van Catalonië voelde De Maar de vorm achteruit gaan en uiteindelijk moest hij na de Ronde van Romandië ook de Giro d’Italia laten gaan. “Ik kampte al langer met wat vermoeidheidsverschijnselen. Een bloedonderzoek en hartslag data van tijdens de wedstrijden toonden afwijkende waarden. De specifieke klachten (zadelproblemen) kwamen pas later aan het licht en toen werd de link ook snel gelegd. Bij nader onderzoek bleek ik een prostaat/urineweg infectie te hebben.”

Op de website van zijn management, SEG Cycling, vertelt hij al volop aan de Tour te denken. “Jazeker! Gelukkig is met het wegvallen van de Giro mijn seizoen nog lang niet verloren. Normaal gesproken hervat ik volgende week de training weer. Eerst is er natuurlijk wel de teleurstelling, maar later begin je te relativeren en er inderdaad de voordelen van in te zien. De grootste daarvan is de Tour de France.”

Als de Quick-Step renner in Zwitserland en Italië zou hebben gereden, was de Tour wat minder waarschijnlijk geweest. “Zeker gezien het feit dat ik twee jaar lang geen grote ronde heb gereden, en dan plots dit jaar twee. Nu ga ik waarschijnlijk eerst op trainingskamp om dan vervolgens de Dauphiné te rijden. De ploegleiding en ik moeten nog even de koppen bij elkaar steken, maar dit lijkt me de meest ideale voorbereiding. Er is afgesproken met de ploeg dat ik eerst volledig moet herstellen, en daarna zullen we praten over het te volgen programma.”