De zandbak komt terug
Het wegwielrennen bereikt langzamerhand zijn hoogtepunt maar bij de UCI wordt al gekeken naar de winter. In het veldrijden wordt vanaf aankomend seizoen opnieuw de kunstmatige zandbak ingevoerd. De UCI staat de zandbak opnieuw toe en wijzigde nog een aantal reglementen.
De UCI verbood vorig jaar de zandbak maar draait deze maatregel nu terug. De maximale lengte is 80 meter en de minimumlengte 40 meter.
Ook het reglement omtrent de balkjes is bijgeschaafd. Vorig veldritseizoen konden de technisch onderbouwde renners als Sven Nys en Tom Meeusen amper over de 40 centimeter hoge balkjes springen, niet alleen vanwege de hoogte maar ook omdat de balkjes zeer dicht achter elkaar geplaatst moesten worden. Het nieuwe reglement biedt meer vrijheid voor de parcoursbouwers; de balkjes mogen lager dan 40 centimeter zijn, en kunnen verder uit elkaar liggen dan de vier meter van vorig jaar. Maximale afstand tussen de obstakels is nu zes meter.
Ook op technisch gebied gaat er wat veranderen binnen het veldrijden, want schijfremmen worden voortaan toegelaten, melden verschillende websites, de consequentie is dat de tubebreedte wordt terugbracht naar 33 en 35 millimeter.
Bij tempraturen hoger dan 20 graden wordt het toegestaan renners te bevoorraden. Na de eerste twee en voor de laatste twee rondes van de wedstrijd mogen de wielrenners bevoorraad worden in de materiaalpost.
Een andere grote verandering is de intrede van de 80%-regel. Renners van wie de rondetijd 80% trager is dan de openingsronde van de leiders uit de wedstrijd worden uit de koers gehaald. De nieuwe regel wordt toegepast tijdens alle wereldbekerwedstrijden en het WK, en in samenspraak met tussen de UCI en de organisatie kan de regel ook van kracht worden bij andere veldritten. De nieuwe regel moet de doorstroom van de koplopers bevorderen.