De Maar: “Ik moet de belofte inlossen”
Bij Quick-Step krijgt Addy Engels er volgend jaar met Niki Terpstra een landgenoot en met de tot Curaçaoënaar genaturaliseerde Marc de Maar een ex-landgenoot bij. De Nederlandse en de Antilliaanse kampioen blikken bij De Telegraaf vooruit naar hun eerste seizoen in Belgische loondienst, en branden van motivatie, zo blijkt.
Nadat De Maar bij Rabobank op een dood spoor zat, dacht hij even aan stoppen, maar uiteindelijk herlanceerde hij zijn carrière in Amerika. “Ik was er klaar mee. Misschien was mijn beleving de eerste jaren niet goed, maar met sommige ploegleiders bij Rabobank kon ik niet meer door één deur. Ik paste niet in dat regime”, blikt hij terug.
“In Amerika was ik in de ploeg ineens de man waar iedereen met zijn vragen bij terechtkwam. Daardoor voelde ik extra verantwoordelijkheid. Bij Quick-Step is het vertrouwen in mij uitgesproken. Na al die jaren besef ik wat zo’n kans waard is”, zegt De Maar. Hij wil die kans dan ook met beide handen grijpen: “Ik moet de belofte inlossen.”
Terpstra mikt vooral op een goed voorjaar. “Dat Lefevere altijd een sterke ploeg voor de kasseienklassiekers heeft, gaf de doorslag. Hoe vaak heeft Lefevere niet Vlaanderen en Roubaix gewonnen? De ploeg leeft maandenlang naar die wedstrijden toe. Die beleving wil ik ook voor de Ronde van Vlaanderen voelen”, klinkt het.
Terpstra beseft wel dat hij in de hiërarchie binnen de ploeg lager staat dan Tom Boonen, maar weet dat dat niet per se een nadeel hoeft te zijn. “Hopelijk kan ik profiteren van Tom, zoals Stijn Devolder dat ook heeft gedaan. Hij is de nummer één en ik rijd me graag negen keer helemaal kapot voor hem. Misschien is het de tiende keer voor mij raak”, droomt hij luidop.