De Belgische WK-selectie ontleed aan de hand van vijf vragen
Analyse “We hebben (zonder Remco Evenepoel, red.) meer kansen in Imola dan op het oorspronkelijke rondje in Aigle en Martigny”, opende Rik Verbrugghe de persbabbel over zijn WK-selectie. “Maar… het blijft loodzwaar. Wie wereldkampioen wil worden, heeft zonder meer een superdag nodig.” De bondscoach geeft tekst uitleg.
Hoe evalueert Rik Verbrugghe het parcours?
“Op papier zijn er twee klimmetjes, maar het zijn er eigenlijk drie”, vertelt Verbrugghe, die vorige week het parcours ging verkennen. “Een eerste van drieënhalf kilometer, gevolgd door een technische afdaling. Dan komt de tweede klim – op papier eigenlijk de eerste – van twee kilometer: achthonderd meter tussen 10 en 14 % en een uitloper van 1,2 kilometer. Na een nieuwe afdaling volgt de laatste klim: een smalle weg van amper een wagen breed. Eerst vijfhonderd meter vals plat, dan anderhalve kilometer tussen 10 en 16 %. Tot slot volgt een uitloop van vijf kilometer richting het circuit. Dit is loodzwaar. Persoonlijk iets tussen de parcoursen van Firenze en Ponferrada in, denk ik.”
Hoe bepaalde de bondscoach zijn selectie?
“Wout van Aert en Greg Van Avermaet zijn de kopmannen, met Wout uiteraard als dé uitgesproken vooruitgeschoven pion. Daarnaast wilde ik vier klimmers. Dat zijn Tim Wellens, Tiesj Benoot, Loïc Vliegen en Pieter Serry geworden. Oliver Naesen en Jasper Stuyven tot slot zijn twee klassieke coureurs die het grote werk moeten opknappen, maar ik zal hier niet in detail treden over hun specifieke taak. Nee, ik verwacht niet dat zij de finale rijden!”
Feit is dat Naesen en Stuyven erbij zijn op vraag van respectievelijk Van Avermaet en Van Aert zelf. Verwacht wordt dat zij de taak om bij de twee kopmannen te blijven, in een rol als persoonlijke lijfwacht.
Waarom zijn jongens als Thomas De Gendt, Xandro Meurisse, Dylan Teuns, Dries Devenyns, Ben Hermans of Philippe Gilbert er niet bij?
“Een aantal jongens gaf aan geen interesse te hebben”, vertelt Verbrugghe zonder namen te noemen. “Er volgt na het WK immers nog een gebald en belangrijk najaar. Maar die heb ik allemaal vervangen door evenwaardige pionnen. Met Dylan Teuns heb ik lang overleg gehad, maar Dylan is nog niet op het niveau om te presteren op het WK. Jammer, want in normale omstandigheden zou hij altijd een vaste waarde zijn.”

Geen Dylan Teuns in de WK-selectie – foto: Cor Vos
“Philippe Gilbert is hersteld van zijn blessure en ik had hem er graag bijgehad, al was het maar voor zijn ervaring. Maar Phil heeft me verteld dat Imola toch te vroeg komt en staat zijn plaats liever af aan iemand die het meer verdient, zei hij me. Xandro Meurisse en Ben Hermans zijn mijn eerste reserven, maar hebben de voorbije weken te weinig bewezen. Voor Thomas De Gendt zijn de afdalingen té technisch, denk ik. Dries Devenyns? Die zag het zelf niet echt zitten…”
Denkt Verbrugghe dat Wout van Aert, zoals we hem zagen op de Grand Colombier, wereldkampioen kan worden?
“Ik denk niet dat je het WK mag vergelijken met wat hij gisteren presteerde. Dat was tempo rijden op een lange klim. Als tijdritspecialist is Wout daar in het voordeel. Het WK-parcours is technischer, maar mijn grootste bezorgdheid zijn de pieken op de steile hellingen. 16 procent is niet niks. Het wordt op de limiet, maar we gaan het proberen.”
“Zoals ik al zei: Wout zal een superdag moeten hebben. Komt hij voldoende fris en fit uit de Tour? Dat gaan we moeten zien. Het is een risico dat ik moet nemen. Algemeen beschouwd, hoeft het uitrijden van de Tour niet per se een nadeel te zijn voor het WK dit jaar.”
Wie zijn de favorieten voor Verbrugghe?
“Marc Hirschi, Julian Alaphilippe en… Ik zag de voorbije week een heel sterke Michael Woods. Daarnaast mag je de Spanjaarden en de Italianen nooit uitvlakken. Kandidaten genoeg, denk ik. De echte favorieten zijn goede klimmers met daarbovenop nog een sterke punch in de benen. Daarom ben ik overtuigd dat wij als Belgen niet in staat zijn om de koers in handen te nemen.”
Verbrugge sluit af met de melding dat de medaillekansen in de tijdrit groter zijn dan die in de wegrit. “Victor Campenaerts kan naar zo’n kampioenschap pieken als geen ander. De capaciteiten van Van Aert kennen we ondertussen ook. Wout was zelf vragende partij om zowel de tijdrit als de wegrit te doen. Ik heb hem niet moeten overhalen. Als hij gerecupereerd is, kan hij heel ver komen.”
Van Aert en Campenaerts slaan overigens het BK (dinsdag 22 september in Anzegem) over. Wat betreft Naesen, Van Avermaet, Stuyven en Benoot is er nog geen beslissing genomen. “Dat gaan we geval per geval bekijken.”
En vervolgens wel de namen noemen?
Firenze was een "lange" klim maar niet steil. En een hele korte steile helling. Perfect binnen de mogelijkheden van een type VDP (die is daar zelfs wereldkampioen geworden).
Ponferrada was qua klimwerk eigenlijk ook helemaal niet zo ingewikkeld. Ook weinig muurklimmen. Favorieten waren toen niet voor niets types als Degenkolb, Matthews.
Nu ben ik zelf niet in Imola geweest, dus mijn oordeel is enkel gebaseerd op wat ik ervan gezien of gelezen heb. Maar het lijkt me veel zwaarder dan Firenze en Ponferrada samen.
Voor mij bazelt Verbrugghe een beetje hier...
Het is altijd zo dat renners levend en gezond aan de start moeten verschijnen om kans te maken op de zege, maar het is nutteloos om dat steeds te herhalen.
Denk ook dat het geen probleem zal zijn om op het WK nog hoogvorm te hebben. Verwacht dat het eerder een probleem zal zijn om nog goed te zijn in de kasseiklassiekers. Denk dat het daarom beter is om alsnog op het WK te gokken om het maximale uit de huidige vormpiek te halen.
De helft van de selectie kan dit wel proberen en moeten in staat zijn dat redelijk ver te kunnen dragen. En ook Van Avermaet eens laten aanvallen ruim voordat de finish in zicht is, maar die zal wel weer in standje meevoeren staan zonder succes. En dan hopen dat het niet te zwaar is voor Van Aert, mocht een vlucht het niet redden.