Column Tirreno: “De Vloek van de Trui”
Per vandaag levert xistnc op regelmatige basis een bijdrage over de Tirreno-Adriatico. Vanaf locatie brengt hij deze week verslag. In het eerste deel duikt hij in de historie van de Italiaanse rittenkoers.
Carrara, Toscane, Italië. Morgenmiddag is de haven van dit pittoreske plaatsje aan de imponerende kust van de Tyrreense Zee het decor van de start van de Tirreno-Adriatico 2011: een ploegentijdrit van 17 kilometer over de boulevard. Voor even gaat het in Carrara niet om de marmergroeven in de Apuaanse Alpen, waar Michelangelo het materiaal voor zijn ‘David’ vandaan haalde. Vijf etappes en een afsluitende tijdrit brengen de bonte stoet wielrenners vanuit Carrara naar San Benedetto del Tronto, waar la Corsa del Due Mari traditioneel eindigt. Tegen wil en dank gaat Robert Gesink van start als één van de favorieten. Zijn optreden in de Ronde van Oman was overweldigend met winst in de bergrit, de tijdrit en het eindklassement. De ‘Tirreno’ is voor Gesink echter een koers om hardheid op te doen voor de klassiekers van het Ardense drieluik, die op zijn lijf geschreven zijn: de Amstel Gold Race, de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik. De kans is daarom groot dat Joop Zoetemelk (1985), Erik Dekker (2002) en Thomas Dekker (2006) de enige Nederlanders blijven op de erelijst van de Tirreno-Adriatico, die inmiddels aan zijn 36e uitgave toe is. De Belg Roger de Vlaeminck won er maar liefst zes, maar misschien nog opvallender: Eddy Merckx won deze koers nooit!
Massa Lubrense ligt op steenworpafstand van Napoli, aan de zuidelijke Tyrreense kust. De Campaanse lente doet in 2002 haar best om voorzichtig door te breken, maar het wil nog niet echt lukken. In het hotel van de Rabobank-ploeg koestert een blonde Nederlander een witte trui met gekleurde strepen. Nee, wereldkampioen is Erik Dekker niet geworden in 2001. In Lissabon strandde hij net naast het podium op de ondankbare vierde plaats achter Freire (toen nog Mapei), diens ploeggenoot Bettini en de verrassende Sloveen Hauptmann. De huidige ploegleider van Rabobank was nooit dichter bij de regenboogtrui. Of het moet de ‘mislukte replica’ zijn die hij opgevouwen moet laten rusten in zijn koffer. De Tirreno-Adriatico, een historische koers toch met een enorme traditie, maakt immers geen deel uit van de cyclus van ééndagskoersen die door de internationale wielerunie zijn opgenomen in de Coupe du Monde.
In 2001 wist Erik Dekker met een constante reeks topklasseringen de wereldbeker op zijn naam te schrijven, voor Erik Zabel en Paulo Bettini. Winst was er in de Amstel Gold Race, door Lance Armstrong in een sprintje te kloppen. En een tweede plaats in de Ronde van Vlaanderen, die hij nooit van Gianluca Bortolami had mogen verliezen in een sprint met acht. Derde in Hamburg, vijfde in Zürich, achtste in Luik, negende in San Sebastian, enzovoorts. In Milaan – San Remo, het begin van de nieuwe cyclus, mag Erik Dekker daarom van start gaan in de bijbehorende trui: wit, met gekleurde strepen. Maar eerst is er de Tirreno-Adriatico, gewoon in Rabobank-verpakking. Erik Dekker is in de bloei van zijn sportieve leven en hij is in topvorm. Met al vier overwinningen op zak (twee in Spanje en twee in België) in het nog prille seizoen, staat hij aan de start in de Tyrreense kustplaats. Hij begint het seizoen in 2002 zoals hij dat van 2001 heeft beëindigd, met vier overwinningen in september. In de Tour de France won hij dat jaar zijn vierde etappe en voorafgaand aan de Amstel Gold Race won Dekker in het voorseizoen van 2001 al de Ruta del Sol en de Guldensporen Tweedaagse.
De carrière van Erik Dekker begon echter niet zoals zijn zilveren medaille op de Olympische Spelen van Barcelona in 1992 (achter de betreurde Fabio Casartelli) aankondigde. De eerste jaren als profrenner verliepen moeizaam. Meer dan een rol als knecht en aanvaller in de marge van een toch al niet rijke fase van het Nederlandse wielrennen zat er vooralsnog niet in, ondanks overwinningen in koersen als de Ronde van Zweden (twee maal), de Ronde van Keulen en de GP Jef Scherens. Pas in 1997 wint Dekker op 27-jarige leeftijd zijn eerste belangrijke wedstrijden, hoewel -zoals vaak- op Nederlands grondgebied. Hij wordt nationaal kampioen tijdrijden en wint de Ronde van Nederland. In 2000 volgt de internationale doorbraak als Dekker vriend en vijand verbaast met drie vluchtzeges in de Tour de France, in zijn zojuist veroverde nationale kampioenstrui. Een ongekend aantal voor een niet-sprinter en niet-klassementsrenner! Aansluitend wint Dekker en passant nog de Classica San Sebastian en voor de tweede keer het eindklassement van de Ronde van Nederland.
In de Tirreno-Adriatico van 2002 weet Erik Dekker in de eerste etappes uit de buurt van de vele valpartijen en in het wiel van de sprinters te blijven. Met een indrukwekkende tijdrit grijpt Dekker de geelrode leiderstrui en legt hij de basis voor de onvermijdelijke eindzege in de hoogaangeschreven wedstrijd, waar elke seconde telt. Danilo di Luca wint weliswaar twee etappes waarvan één met voorsprong, maar het is niet genoeg om Dekker te bedreigen. Di Luca en wereldkampioen Oscar Freire flankeren de Rabo-renner op het podium in San Benedetto del Tronto. De vreugde is korte duur. Vier dagen later haalt de wereldbekertrui geschonden en met de ziekenauto San Remo. Erik Dekker gaat in de finale in kansrijke positie onderuit na een helse afdaling van de Capo Berta en breekt zijn dijbeen. De beelden staan bij velen nog altijd in het netvlies gebrand. De revalidatie is lang en zwaar en de absolute top zal Erik Dekker nog slechts éénmaal bereiken. Enkele overwinningen in louter Nederlandse koersen en wat ereplaatsen vormen een schril contrast met de topprestaties van Dekker in de periode van medio 2000 tot maart 2002. Zijn grandioze zege in Parijs-Tours (2004) is slechts het overduidelijke bewijs, dat Erik Dekker zonder die dijbeenbreuk in de wereldbekertrui veel meer zou hebben gewonnen na de Tirreno-Adriatico van 2002.
Eyserbos doet voor Wielerflits.nl dagelijks verslag van de Tirreno-Adriatico 2011 in de vorm van een column. Meer columns van Eyserbos zijn te vinden op www.eyserbos.nl.