Materiaalzone 
Fietstoerisme 
Casper van Uden: “Giroritzege is mooi, maar ik moet nog beter en constanter worden”
Video Casper van Uden sprint in de Baloise Belgium Tour voor de eerste keer weer mee sinds zijn succesvolle Giro d’Italia. De 23-jarige sprinter boekte in Italië zijn eerste grote overwinning, maar daarmee is zijn honger nog niet gestild.
“Eigenlijk is er niet zo veel veranderd”, lacht Van Uden aan de vooravond van de Baloise Belgium Tour voor onze camera. “Ik ben nog steeds dezelfde en dat geldt ook voor de mensen rondom mij. Het was een mooie ervaring en leuk om mee te maken, en natuurlijk is zo’n overwinning ook goed voor het moraal. Verder verandert er niet veel.”
Het tekent de nuchtere kijk van de tweedejaarsprof van Picnic PostNL, die dan ook niet té lang bij de Giro-successen wil blijven stilstaan. “We wisten dat het kon. Als alles goed zou vallen, zat het erin – en dat is ook gebeurd. Soms denk ik er nog aan terug, maar het seizoen is nog lang. Hopelijk kunnen we dit jaar nog enkele mooie dingen tonen, dan is er na het seizoen nog genoeg tijd om te genieten.”
Dan moet Van Uden wel eerst hersteld zijn van de drieweekse ronde in Italië, die er bij veel renners wel inhakte. “Het gaat terug goed met mij, maar na de Giro was ik eerst heel moe. Het was best zwaar, en het duurde even voor ik me weer lekker voelde. Maar na de Giro heb ik eerst een rustige week gehad, en een paar dagen geleden had ik voor het eerst weer een training waarbij ik het gevoel had dat het prima ging. Hopelijk zijn de benen hier goed en kunnen we proberen te sprinten.”
Van Uden klopte Pedersen en Kooij in de Giro – foto: Cor Vos
Vaker sprinten
Deze keer niet tegen Olav Kooij en Mads Pedersen, maar wel tegen Jasper Philipsen en Tim Merlier – twee jongens die door hun talloze ritzeges in grote rondes nog een trapje hoger aangeschreven staan.
“Dat zijn grote namen, maar ik moet vooral op mezelf focussen en mijn eigen ding doen”, vindt Van Uden. “Als ik mijn sprint kan rijden, dan weet ik dat ik snel genoeg ben. Dat is het hoofddoel. Ik moet niet per sé winnen, maar wel proberen in die laatste driehonderd meter te komen en dan ervoor te gaan.”
“In principe heb ik geen idee waar ik sta ten opzichte van die snelle mannen, maar ik ben daar ook niet echt mee bezig. Ik wil vooral zelf beter en constanter worden. Ik moet ervoor zorgen dat ik zo vaak mogelijk kan blijven sprinten. Als je tien keer sprint, kun je er misschien twee intikken. Het doel is nu om zo vaak te sprinten dat ze erin gaan vallen. Daar zijn we hard mee bezig.”
Want juist die constante ziet Van Uden op dit moment in zijn (nog prille) loopbaan als het grootste werkpunt. “Misschien wel. Het ging aan het begin van het jaar niet allemaal supersoepel. Maar als ik gewoon in finales kan komen en de jongens rondom mij het goed blijven doen, dan komt dat vanzelf wel. Ik wil nu gewoon doorbouwen op het goede gevoel.”
