Cadel Evans is na de rit naar Montecopiolo de derde rozetruidrager van deze Giro. De Australiër nam gisteren de leiderstrui over van zijn landgenoot Michael Matthews. Zijn voorsprong heeft hij mede te danken aan de tumultueuze rit naar Montecassino. Volgens Evans is zijn omstreden actie in die etappe door het peloton niet veroordeeld.

Evans is al vroeg in het bezit van het roze. “Degene die de geschiedenis ingaat, is degene die hem de laatste dag heeft”, vertelt Evans aan Cycling Weekly. Hij wil nog niet te veel conclusies trekken uit de eerste Giroweek. “Voor de eindoverwinning is het te vroeg om te zeggen wie er een kans maakt en wie er wegvalt,” geeft hij aan. “Om nu op voorsprong te staan is een mooi voordeel. Maar twee minuten hoeft in de slotweek niet veel te zijn,” denkt Evans.

In de slotweek staan er enkele zware bergetappes gepland. “De klimtijdrit naar Cima Grappa en de etappe over de Zoncolan zullen erg belangrijk zijn. Het worden zware etappes. De etappe naar Val Martello met de Gavia en de Stelvio is kort, maar erg zwaar,” voorspelt hij.

De 37-jarige Evans heeft momenteel 57 seconden voorsprong op Rigoberto Uran. Maar liefst 49 daarvan verzamelde hij in de veelbesproken rit naar Montecassino, waar hij na massale valpartijen besloot te versnellen. Evans geeft aan dat hem dat binnen het peloton geen vijanden heeft opgeleverd. “Er is niemand boos op mij vanwege de valpartij,” vertelt hij. “Ik heb woorden gehad, maar de volgende dag vroegen die renners mij al om vergeving. De valpartij was buiten onze controle. Om dan één persoon aan te wijzen als schuldige is niet juist.”