De wielerploegen voelen zich geschoffeerd door de internationale wielerunie. Dat vertelde Johan Bruyneel tegen de Belgische krant Het Laatste Nieuws. Bruyneel is boos dat de UCI nieuwe regels over de oortjes er doorgedrukt heeft zonder de ploegen te raadplegen. “Het gaat erom dat voor de zoveelste keer een beslissing is genomen die een directe impact heeft op de job van de renners en het functioneren van de ploegen, waar we niet in zijn gekend,” aldus Bruyneel.

De teams zijn boos dat zij niet gekend zijn in de beslissing. “Pat McQuaid zegt altijd: jullie zijn niet de belangrijkste spelers in het wielrennen. Ik ben het daar niet mee eens. We voelen ons behandeld als kleine kinderen. Daar ligt de kern van het conflict.”

Bruyneel is het niet eens met het argument dat de renners met oortjes geen beslissingen meer kunnen nemen. “McQuaid klaagt dat renners niet zelf beslissingen kunnen nemen. Dat klopt. Renners hebben in een ploeg geen vrijheid om te beslissen. Als ik een kopman heb en ik heb een strategie, dan moet iedereen die strategie respecteren. Een renner die dat niet doet krijgt met mij te maken. Of hij moet voor een andere ploeg gaan koersen. En het is niet aan de UCI om te zeggen dat ik dat niet mag doen.”

Volgens Bruyneel is de discussie begonnen met een klacht van de Franse televisie. “De hele discussie rond de oortjes is begonnen met Daniël Bilalian van France Télévision. Die heeft bij organisator ASO zijn beklag gemaakt over tegenvallende kijkcijfers in de Tour. ASO is daarmee naar de UCI gestapt. Het eerste resultaat daarvan was die beruchte tweedaagse in de Tour van 2009, wanneer we zonder oortjes hebben gekoerst. Ik was toen fervent tegen en dat ben ik nog steeds.”