Dat Robert Gesink in goede vorm is voor de Tour de France dat heeft iedereen deze week kunnen zien in de Dauphiné, echter waakt ploegleider Erik Breukink voor overschatting en te hoge verwachtingspatronen, “laten we rustig blijven en de druk niet onnodig opvoeren.” Zo tekende AD Sportwereld uit de mond van Breukink op.

Momenteel verblijft Gesink in de Alpen waar hij samen metDenis Menchov, Laurens ten Dam en Juan Antonio Flecha een paar bergetappes verkent die in juli in de Tour de France zitten, daarna rijdt het klimtalent alleen nog het NK tot de Ronde van Frankrijk.

Dat het met de conditie en vorm van de achterhoeker goed zit erkent Breukink. “Als Robert gezond blijft, is hij straks in de Tour gewoon goed. Die conditie uit de Dauphiné neem je mee. Hij zal nog een aantal dagen goed trainen en verder veel rusten. Hij zal in de Tour nog iets beter willen zijn dan hier. Dat zit hem in heel kleine dingetjes. Hij heeft in de aanloop naar de Dauphiné veel minder gedaan dan vorig jaar. Hij heeft de juiste frisheid.

Maar volgens de voormalig tijdritspecialist moeten de mensen niet denken dat Gesink gelijk de Tour de France kan winnen en bovendien moet Gesink zijn focus niet te veel op een klassement leggen. “Laten we rustig blijven en de druk niet onnodig opvoeren. Toch moet het klassement niet het allerbelangrijkste zijn. Hij moet leren, zich ontwikkelen.”

Breukink gaat verder in op de bescherming van zijn pupil. “Robert is als geen ander bevattelijk voor het verspillen van energie aan randzaken. Na een wedstrijd is de volgorde: eerst verzorgen, dan de rest. Vooral in de Tour is dat belangrijk, die is uitgegroeid tot een gekkenhuis. Wij moeten zorgen dat hij wordt afgeschermd.”

Tot slot spreekt de ploegleider de ambitie van de Rabobankploeg duidelijk uit. “Contador is favoriet, maar ik durf best uit te spreken: Wij gaan voor het hoogste.”