Niet goed en teleurstellend, zo karakteriseert de Rabobank-leiding de afgelopen Vuelta a España. Het gaat dan om de ploeg die Erik Breukink naar Spanje stuurde, en die met lege handen terugkwam. Toch is de zwakste Vuelta in jaren verklaarbaar, vinden Breukink en kompanen.

“Het was niet goed, zeker het tweede deel heeft de ploeg veel te weinig laten zien”, erkent de directeur tegenover Rabosport. “Maar aan de andere kant realiseerden wij ons bij de start, dat het twee kanten op kon gaan met Denis Menchov die de Tour in de benen had en Oscar Freire die net was geopereerd. De slotconclusie is nu geen vrolijke, maar de tegenvaller is wel verklaarbaar.”

Ploegleider van dienst Adrie van Houwelingen zag twee kritieke momenten gedurende de ronde. “De valpartij van Denis Menchov, waar hij de knieblessure aan overhield en tijdverlies opliep was de ene. De tweede kwam enkele dagen later in de rit naar Andorra. Denis voelde zich goed en de ploeg reed volledig in zijn dienst, maar op de slotklim viel hij door de mand. Vooral dat laatste deukte de moraal in het team.”

Waar Denis Menchov in vorige jaren een teleurstellende Tour nog weleens wegspoelde met een ijzersterke Vuelta, leek het er dit jaar op dat de goede Tour zijn Vuelta juist verzwakte. “De Vuelta is bepaald door mannen die fris zijn”, vindt Breukink. “De topploegen uit de Tour zie je hier niet of nauwelijks”, benadrukt Van Houwelingen.

Toch vond Van Houwelingen dat het niet helemaal goed zat in de ploeg. “Vier vertrekkende renners in de selectie teveel? Wellicht.” Breukink stemt in. “Ik vind het heel teleurstellend, dat een paar renners, die helemaal niks te verliezen hadden, zich de laatste week in geen enkele aanval hebben laten zien. Het moest steeds van dezelfde mannen komen om mee te gaan in aanvallen. Dat vond ik nogal bitter. Ook voor de jongens die het wel probeerden.”