Boy van Poppel: “Wilde altijd al Milaan-San Remo rijden”

foto: Sirotti
De eerste grote klassieker van het jaar – Milaan-San Remo – staat zondag op het programma. Van de twee Nederlanders die Vacansoleil-DCM selecteerde lieten we gisteren Bert-Jan Lindeman aan het woord. Vandaag is het de beurt aan de 24-jarige Boy van Poppel, die bezig is aan zijn eerste jaar bij de Nederlandse WorldTour-ploeg. Wat verwacht hij van zijn eerste grote klassieker? Wielerflits blikte met de renner uit Poppel vooruit.
“Ik ben zeer benieuwd hoe het zondag zal gaan, al verwacht ik er niet zo veel van”, vertelt de jonge Van Poppel. “Het is wel fantastisch om te kunnen deelnemen aan La Primavera. Toen ik aan het begin van het seizoen een gesprek had met ploegleider Hilaire Van der Schueren, vroeg hij wat de wedstrijd was die ik altijd al wilde rijden, en dat was Milaan-San Remo. Dat maakt het nog specialer om deze wedstrijd te kunnen betwisten.”
Met – een door sommigen ‘onmenselijk zwaar’ genoemde – Tirreno-Adriatico in de benen zakt de derdejaarsprof met een stevige voorbereiding af naar de start. “Ik ben erg benieuwd hoe ik gerecupereerd ben van de Tirreno Adriatico, waar we verschillende ritten boven de 230 kilometer voorgeschoteld kregen. Die lange afstanden, waarmee we ook zondag te maken zullen krijgen, gingen me goed af. Benieuwd hoe mijn benen zullen aanvoelen.”
Net als zijn ploegmaat Bert-Jan Lindeman is Van Poppel er van overtuigd dat Kris Boeckmans in de rit van Milaan naar San Remo een rol zal spelen. “Hij zal de absolute kopman van Vacansoleil-DCM zijn en ik zie hem als een kanshebber voor winst.” Toch lijkt één man te sterk voor de rest. “Peter Sagan is ook mijn favoriet”, legt hij overtuigend uit. “Natuurlijk kan hij geklopt worden, maar ik denk niet dat het zal gebeuren.”
Van Poppel mag zondag dus niet voor eigen rekening rijden. “Dat is nog te vroeg, alles is immers nog nieuw voor mij. Mijn taak wordt om mee te schuiven in de lange ontsnapping. In het geval dat niet lukt, word ik in een knechtenrol geduwd en mag ik drinkbussen gaan halen bij de wagen of Kris uit de wind te houden.” Maar de Nederlander heeft ook een eigen doel. “Als ik de wedstrijd kan uitrijden, ben ik tevreden, en liefst dan in de eerste groep.”
Als sprinter heeft Van Poppel met zijn vader Jean-Paul een goede leermeester. “Bij deze wedstrijd zal mijn vader me toch niet echt kunnen helpen”, verrast de jongeling. “Jean-Paul reed de wedstrijd immers nooit uit. Op dit moment moet ik op mijn eigen benen staan en van mijn eigen kracht uitgaan. Ik ben in een goede vorm, alleen ontbreken de uitslagen nog. Op dit moment van het jaar wilde ik vooraf in topvorm zijn, en dat ben ik ook.”
“Toch piek ik dit jaar niet naar één specifieke wedstrijd. Mijn doel was om een heel jaar op een constant niveau te rijden, en daar blijf ik bij.” Binnenkort komen er de kasseiklassiekers aan, ook daar wil hij goed zijn. “Ik ben in de running voor een plekje in de selectie van de Ronde. Ook die wedstrijd zal ik helemaal in dienst rijden, een rol spelen is nog te vroeg voor mij. Eerst maar eens kijken hoe het zondag gaat”, besluit Van Poppel nuchter.