Jumbo-Visma zal met een dubbel gevoel zitten na de zevende etappe van de Giro d’Italia. De Nederlandse ploeg zag kopman Primož Roglič zonder problemen de finish bereiken, maar onderweg verloor het wel Laurens De Plus. “We hebben er alles aan gedaan om hem in koers te laten verbeteren”, zo vertelt ploegleider Jan Boven aan Eurosport.

De klimmer begon de ronde nog uitstekend door als achtste te finishen in de openingstijdrit naar de top van de San Luca, maar vervolgens werd de 23-jarige renner ziek. “Hij had last van keelpijn”, aldus Boven. “Dat verslechterde de dagen na de proloog, maar hij werd daarna wel iets fitter.”

De Plus en Jumbo-Visma hoopten de etappe van vandaag door te komen, maar de beloftevolle klimmer werd al vroeg in de rit gelost. “Het was echt een hele zware en snelle start. Laurens heeft echt geknokt voor een kilometer of tachtig, maar op een gegeven moment brak de veer. De omstandigheden moeten ook gunstig zijn.”

“We moeten nu schuiven met poppetjes”
Het uitvallen van de Belg is een flinke tegenvaller voor kopman Roglič, aangezien De Plus de Sloveen moest bijstaan in het hooggebergte. “We hebben dit jaar gezien dat Laurens echt een versterking is”, zo vertelt Boven. “We zullen nu moeten gaan schuiven met poppetjes. Het is natuurlijk een verlies.”

“Toch is Primož nog steeds relaxed. We hebben het in koers aan hem verteld. We moeten nu een nieuw plan maken en schakelen”, zo besluit de oud-renner. Jumbo-Visma heeft in de bergen nog de beschikking over Koen Bouwman, Antwan Tolhoek en Sepp Kuss.