Lars Boom kijkt met vertrouwen uit naar zijn belangrijkste klassieke afspraak van het seizoen: Parijs-Roubaix. De Astana-renner zegt tegenover het ANP dat hij zichzelf wil laten zien in de komende ‘Hel van het Noorden’: “Ik wil me bewijzen en mezelf laten zien in dit soort koersen.”

Boom kwam de afgelopen weken een aantal malen onvriendelijk in contact met het asfalt, maar ondervind geen last meer van die valpartijen: “Ik heb zondag in ieder geval ervaren dat ik me geen zorgen hoef te maken. Niet dat ik dat normaal wel doe, maar ik weet dat de conditie heel goed is en dat-ie niet zomaar is verdwenen wanneer je een paar keer in een koers hard onderuit gaat.” Toch ziet Boom zichzelf niet als één van de topfavorieten om als eerste de piste van Roubaix op te draaien: “Er zijn wat andere jongens die sterker en beter zijn dan ik. Als je de uitslag van Vlaanderen ziet, weet je dat er vier voor me in het klassement zaten die erg goed waren.” Voor zondag heeft hij niet echt een favoriet die hij in de gaten gaat houden “Ik richt me op niemand”, aldus Boom. “Doe je dat, dan ben je in de finale heel beperkt in wat je kunt doen. Ik was zondag in Vlaanderen graag met Niki en Kristoff meegegaan. Maar het zijn momentopnames waarin je beslist toch nog even te wachten. Dan blijkt het soms te laat te zijn.”

Tot slot laat Boom zich nog even kort uit over de licentieproblemen van zijn ploeg. Ook hierin is hij heel nuchter: “Op een of andere manier ben ik meer ontspannen in deze ploeg. Natuurlijk zit er een bepaalde druk op, maar die komt meer vanuit mezelf dan vanuit de ploegleiding.”