Een teleurstelling voor de Nederlandse wielerfans gisteren, tijdens de finale van de derde Parijs-Nice etappe. Lars Boom, in de gele rijderstrui, kon niet mee toen het peloton uit elkaar getrokken werd op een klim van de tweede categorie. De Raborenner toonde zich teleurgesteld over het verliezen van zijn trui én vorm.

“De ploeg heeft me prima begeleid na de voorlaatste klim en Tommie Leezer zette me perfect af onderaan dat slotklimmetje. Ik wilde me toen graag testen en was vol vertrouwen, maar toen ze op de pedalen gingen staan, blokkeerde het gewoon. Ik probeerde nog wel, maar moest wegsturen en dat was geen lekker gevoel kan ik je verzekeren”, vertelt hij aan RaboSport.

“Ik vind dat ik gewoon in die tweede groep had moeten zitten. Vooraf had ik dat laatste klimmetje notabene zwaarder ingeschat dan het uiteindelijk bleek te zijn, maar toch kon ik niet versnellen. Daar baal ik best wel een klein beetje van. En ik weet zeker dat ik wel goed ben. Niet top, maar wel goed. Dat blijkt wel. Dinsdag had ik geen goede benen, woendag weer wel.”

Wel spreekt Boom over drie geweldige dagen. “Toen ik hier zondag aan de proloog begon, was dat ook niet met het gevoel die even te winnen en daarna nog drie dagen in het geel rond te rijden. De ploeg heeft het geweldig gedaan en ik ben over mezelf ook best tevreden. Maar de boog kan nu kennelijk nog niet altijd gespannen blijven staan.”

Inmiddels kijkt de jonge Nederlander alweer vooruit. “Ik heb de ploegleiding aangegeven dat ik graag in Milaan-Sanremo van start ga. De Primavera is een aparte belevenis hoor ik. En het is goed om in de aanloop naar de Vlaamse klassiekers toch nog een koers van 260 tot 300 kilometer te rijden. Dat heb ik gewoon nodig, net als deze Parijs-Nice en net als de afgelopen zware dagen. Daar word ik alleen maar beter van.”