vrijdag 15 november 2024 om 10:05

Bondscoach Serge Pauwels legt lat hoog: “Bij federatie standaarden van WorldTour evenaren”

Interview Als assistent van Sven Vanthourenhout en coach van de junioren, was Serge Pauwels de afgelopen vier jaar al betrokken bij Belgian Cycling. Maar nu groeit de 40-jarige Oostendenaar zelf door naar de rol van hoofdcoach. De Belgische wielerbond zag Pauwels onder de vleugels van Vanthourenhout meebouwen aan een nieuw elan met hoge standaarden, en het is ook daar dat de ex-renner graag het verschil wil maken. WielerFlits voelde de nieuwe bondscoach aan de tand.

Ook Philippe Gilbert aasde op het bondscoachschap. Zat je dan nog wekenlang in spanning?
“Toch wel. Ik zat de voorbije weken een beetje in een vacuüm. Natuurlijk was ik al bondscoach van de junioren, maar dit zijn de maanden waarin je wil beginnen plannen naar 2025. Ik heb redelijk snel mijn ambitie bij Belgian Cycling kunnen uitspreken. Dat was in de maand september op het Europees kampioenschap, toen net het nieuws naar buiten kwam dat Sven niet zou verder doen. Ik was ook best verrast toen, ik wist het ook maar een dag voordat het nieuws in de verschillende media kwam.”

“Het was natuurlijk wel een unieke kans om door te groeien. De mensen van de federatie – Nathalie (Clauwaert, algemeen directeur, red.), Tom (Van Damme, bondsvoorzitter, red.) en Frederik (Broché, voormalig technisch directeur, red.) – zijn in eerste instantie met mij in gesprek gegaan. Ik was was heel blij, omdat ik de eerste partij was waar ze mee gesproken hadden. Sindsdien zijn er nog een viertal gesprekken geweest en het was altijd positief. Het evolueerde goed, maar toch is er altijd een onzekere factor.”

Je hebt de ruimte gekregen om in die gesprekken je visie te schetsen. Hoe ziet jouw visie eruit en verschilt die grondig van die van Sven?
“Het gaat meer om de structuur richting de toekomst. Ik denk dat het wielrennen in de voorbije tien jaar is veranderd en dat we als federatie moeten meegroeien. Dat we heel nauw betrokken moeten blijven bij de instroom van talent die er is. Daar heb ik intensief mee gewerkt in de voorbije jaren. De manier om mijn stempel te drukken, zie ik dan ook vertrekken vanuit mijn connectie met de jeugd. Ik wil ervoor zorgen dat we het talent van bij de junioren goed gaan begeleiden en ontwikkelingstrajecten op gaan stellen voor die renners, zodat ze op hun best kunnen presteren richting de profcategorie.”

Pauwels met naast zich Angelo De Clercq – foto: WielerFlits

In hoeverre heb je als assistent al kunnen ondervinden wat deze functie inhoudt?
“Wat de kampioenschappen betreft – EK’s en WK’s – was ik Sven zijn klankbord. Hij deed de meetings, maar ik was daar wel bij betrokken. Ik was ook hoofdcoach bij een van de tijdrijders, omdat Sven vaak niet zowel Wout als Remco kon volgen. Ik heb dus al wel goed meegelopen. Een aantal jaar geleden heb ik ook de Tour de l’Avenir voor beloften helemaal zelf gecoacht. Wat dat betreft is het wel gemakkelijk dat ik het huis ken.”

Voelt dit dan nu toch als uit de schaduw treden?
“Er zal iets meer bij komen kijken, dan wanneer ik alleen voor de junioren werkte. Er is nu eenmaal veel aandacht voor die elitecategorie en we zitten met een heel sterke generatie profrenners, we zijn ook een echt wielerland. Daar ben ik me uiteraard van bewust.”

Wat maakt deze functie zo boeiend voor jou?
“Je krijgt een aantal renners samen op kampioenschappen. Allemaal toppers, die ook allemaal hoge standaarden hebben bij hun WorldTour-teams en heel veeleisend zijn. Dat mogen ze uiteraard ook. Wij moeten als federatie, en ik vooral in mijn rol, die standaarden proberen te evenaren op het vlak van voeding, logistiek, strategie en tactiek.”

“En dan moet je bovendien dat team nog op één lijn krijgen, want je zit uiteraard met een aantal grote kampioenen die veel ambitie hebben en ook nog een aantal jaar meegaan. Dat doe je met een duidelijke rolverdeling voor iedereen, en met een sterke staf. Het is heel veel people management, maar daar kijk ik enorm naar uit.”

Je hebt altijd maar een heel korte tijd om het verschil te maken. Is dat het moeilijke aan het bondscoachschap?
“In zekere zin wel, want je kan niet echt iets heel intensief opbouwen. Een ploegleider in de WorldTour gaat veel verschillende jaren mee met die renners. Maar dat is iets wat je opbouwt doorheen het jaar, het is iets wat ik de voorbije jaren ook al voor een stuk heb kunnen opbouwen. Ik heb al een goed contact met veel renners zoals Remco (Evenepoel, red.) en Wout (van Aert, red.)”

Sven Vanthourenhout laat een serieuze erfenis achter – foto: Cor Vos

“Maar ook met alle andere profrenners. Met de meesten onder hen heb ik zelf nog gekoerst, en als ik niet met hen heb gekoerst, heb ik er wel mee gewerkt tijdens de jeugd. Er is niemand dat ik niet echt ken, en dat momentum wil ik gebruiken om hen verder te begeleiden. Vooral richting de kampioenschappen. Ik heb nog niet de kans genomen om hen te consulteren. Op het moment dat die functie vrijkwam, ben ik vooral vertrokken vanuit mijn eigen buikgevoel, omdat ik voelde dat ik klaar ben om deze job te doen.”

Waarom is dat aspect ‘jeugdwielrennen’ zo belangrijk voor jou?
“Je kan het niet meer los zien van die elitecategorie. De beste junioren van vandaag, zijn de beste junioren van morgen. Soms bijna letterlijk, want in die beloftecategorie spenderen ze nog maximaal één of twee jaar. Ik heb alle betere jongeren de afgelopen jaren leren kennen en kunnen begeleiden. Denk aan een Jarno Widar, maar ook Lennert Van Eetvelt. Het is dan ook heel fijn dat ik met het grootste deel van de junioren waarmee ik dit jaar heb gewerkt, mee door kan stromen naar de beloften. Daar zit heel veel potentieel.”

De kampioenschappen van 2025 zijn nog ver weg. Hoe moet je de komende weken dan aan de slag gaan?
“Eerst kan ik beginnen met de programma’s uit te schrijven voor junioren en beloften richting 2025. Verder zal ik een aantal gesprekken inplannen met de teammanagers, renners gaan contacteren. Ook mijn staf al vastleggen, richting de kampioenschappen. Dat is de komende weken het belangrijkste. In januari plan ik op bezoek te gaan bij de belangrijkste teams op trainingsstage. In februari zal er tijd zijn om prospectie te doen in Rwanda, het is belangrijk om dat al eens te zien richting dat WK zelf.”

Tot slot: met 99 medailles en ‘de meest succesvolle Belgische bondscoach ooit’ laat Vanthourenhout een serieuze erfenis achter. Hoe hoog leg jij de lat?
“Ik wil me niet vastpinnen op een aantal medailles. Het helpt ook niet om je vast te pinnen op een prestatiedoel. Ik denk dat ik moet bezig zijn met het proces, alles zo goed mogelijk geregeld krijgen voor die renners. Tegelijkertijd ook goede mentale support bieden, zeker bij die jongeren. En dan zullen die resultaten wel vanzelf volgen.”

RIDE Magazine
1 Reacties
14-11-2024 17:04
Die Federatie heeft toch amper geld voor nieuwe projecten? Bij tegenvallende resultaten gaat er waarschijnlijk direct aan de stoelpoten gezaagd worden door Commentators zoals Gilbert e.d.

Reacties zijn gesloten.

RIDE Magazine