De UCI krijgt alsnog de kans om de renners die betrokken waren bij Operación Puerto te identificeren. De Spaanse rechter bepaalde vandaag dat de meer dan tweehonderd bloedzakken die in 2006 bij een huiszoeking bij dopingarts Eufemiano Fuentes werden aangetroffen, niet mogen worden vernietigd, maar moeten worden vrijgegeven aan de sportautoriteiten. Dat meldt de Spaanse krant El País.

De rechtbank in Madrid concludeerde drie jaar geleden nog dat de bloedzakken niet mochten worden doorgespeeld naar de instanties, omdat het om ‘vertrouwelijke informatie’ zou gaan. Zowel de UCI, het WADA, de Spaanse antidopingbond AEA en de Spaanse wielerfederatie waren het hier niet mee eens en gingen over tot actie.

Verjaringstermijn verstreken
De in totaal 211 bloedzakken behoren volgens El País toe aan 35 sporters: 23 wielrenners en twaalf personen uit de atletiek. Hoewel hun identiteit kan worden blootgelegd, hoeven ze voor sancties in principe niet meer te vrezen. Het is volgende maand precies tien jaar geleden dat de zaak aan het rollen werd gebracht. De verjaringstermijn van acht jaar die destijds gold, is daarmee overschreden.

Operación Puerto is een van de grootste schandalen in de wielerhistorie, maar slechts een handvol renners kreeg daadwerkelijk een veroordeling aan de broek. Dat waren Alejandro Valverde, Ivan Basso, Michele Scarponi, Jan Ullrich en Jörg Jaksche. Fuentes werd in april 2013 schuldig bevonden en veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf van vier maanden en een tijdelijk beroepsverbod.