foto: Sirotti

Blanco-ploegleider Michiel Elijzen was tevreden over de zesde etappe van zijn ploeg: ”We zijn weer een dag verder, zonder schaafwonden.” Met Jack Bobridge had de formatie van Blanco Pro Cycling een renner in de kopgroep en de overige renners waren attent van voren de gehele rit. ”Alleen Steven Kruijswijk was betrokken bij de grote valpartij, maar na een klein probleem met zijn fiets kon hij weer aansluiten in het peloton”, aldus Elijzen op de ploegsite.

Elijzen was voornamelijk tevreden over Jack Bobridge. De Australiër reed ruime tijd, samen met zijn landgenoot Cameron Wurf, in de aanval en werd op dertig kilometer van de finish teruggepakt. ”Het was goed om hem op kop te zien. Vorig jaar reed hij nog veel op de baan en hij moest begin dit seizoen wennen aan het rijden op de weg. We zijn zeer tevreden met de vooruitgang die Jack maakt”, zegt Michiel Elijzen na afloop van de rit.

Bobridge zelf was ook blij met zijn aanval. ”Het was niet het plan om in de aanval te trekken, maar door de wind in het begin van de etappe waren Cameron Wurf en ik opeens los van het peloton. Het was geen goede etappe om in de kopgroep te zitten, omdat de kans op een massasprint onvermijdelijk was. Gelukkig heeft het mij niet veel kracht gekost”, aldus een te spreken Australiër.

Na de ploegentijdrit van afgelopen zondag had Bobridge enkele lastige dagen, maar hij voelt dat hij terug begint te komen op niveau. ”Het gaat steeds beter en beter. Ik hoop dat ik niet te veel last heb van mijn inspanningen van vandaag, zodat ik onze kopman (Robert Gesink, red.) goed kan helpen in de aanloop naar de klimmen in de bergetappes.”