Bijzondere statistiek: Vingegaard en Pogacar extreem aan elkaar gewaagd over vier Tours
De laatste week van de Tour de France 2024 was wat de strijd om het geel niet heel spannend meer. Tadej Pogacar stak er met kop en schouders bovenuit. Maar als we kijken naar de laatste vier Tours samen, alsof het één grote ronde was, zien we een heel ander beeld. Dat blijkt na een berekening van ProCyclingStats.
Pogacar vecht de voorbije vier Tours telkens een duel uit met Jonas Vingegaard. In 2021 was Pogacar de beste, daarna won de Deen twee keer en nu trok Pogacar dus weer aan het langste eind. Tellen we de bruto tijden van de Tours van 2021, 2022, 2023 en 2024 bij elkaar op, dan zien we dat de twee tenoren elkaar nauwelijks ontlopen.
Het verschil tussen hen is dan slechts drie (!) seconden, in het voordeel van Vingegaard. Laatstgenoemde deed in totaal 328 uur, 28 minuten en twee seconden over 13.667,1 kilometer, Pogacar zat 328 uur, 28 minuten en vijf seconden op de fiets.
Bonificatieseconden
Het gaat hier om de tijd zonder dat de bonificatieseconden zijn meegerekend. Doen we dat wel, dan is Pogacar de winnaar over de vier Tours. In totaal verdiende Pogacar 199 bonificatieseconden, wat neerkomt op drie minuten en 19 seconden. Vingegaard moest het doen met 111 boni’s, oftewel: een minuut en 51 seconden. Met bonificaties is de totale tijd van Pogacar een minuut en 25 seconden minder dan die van Vingegaard.

Het staat vooral in tijd zo close door de bijna 6 minuten die 'I'm Dead' Pogi op de Col de Loze inleverde. Nu hij zich specifieker en professioneler voorbereid, zie ik zoiets niet meer gebeuren. En dan heeft Jonas toch wel een structureel probleem.
En voor alle criticasters; je kunt onmogelijk de een betichten en de ander niet. Dus laten we beide omarmen.
Col de Loze is inderdaad een belangrijke factor. Echter wordt ook de Tour van 21 meegenomen. Vinegaard begon toen als helper van Roglic en kwam pas gedurende die Tour voor het eerst bovendrijven als klassementsrenner voor een grote ronde. In die Tour verloor hij totaal 5:20 op Pogacar.
Daarbij is Pogacar de explosieve renner die in staat is om elk moment weg te springen en op die manier een behoorlijk deel van zijn voorsprong bij elkaar te "sprokkelen" (vooral als het om boni's gaat). Vinegaard moet het hebben van zijn taaiheid en kan eigenlijk alleen tijd winnen als hij op 1 of andere manier Pogacar op zijn tandvlees kan krijgen. De keren dat dat lukt kan hij ook meteen veel tijd pakken.
Verder ben ik het met je eens. Pogacar heeft aan zijn zwakte(s) gewerkt. Dat maakt het nog lastiger en misschien wel onmogelijk voor Vinegaard om hem te kloppen. Denk wel dat een Vinegaard met een goede voorbereiding het Pogacar nog een beetje lastig had kunnen maken in de 3de week. Nu was het Vinegaard zelf die, (mede) door zijn gemankeerde voorbereiding, te snel op zijn tandvlees zat. Daardoor was hij zijn belangrijkste troef kwijt.