Niels Bastiaens

• vrijdag 15 augustus 2025 om 08:23

Interview Demi Vollering, Marianne Vos, Anna van der Breggen en Puck Pieterse zijn maar enkele namen die het Nederlandse sterrenensemble kleuren op het WK in Rwanda. Bondscoach Laurens ten Dam stelde een indrukwekkende ploeg samen die de topfavoriet is om de wereldtitel binnen te harken, maar een evidentie is dat niet. De voorbije twee edities stak België daar met Lotte Kopecky een stokje voor, en Belgisch bondscoach Ludwig Willems ziet zo’n scenario opnieuw als realistisch.

Over het parcours in het eerste wereldkampioenschap wielrennen op Afrikaanse bodem is intussen al veel gezegd en geschreven. Bij de mannen neigt de omloop naar een klimmersparcours vanwege een lastige lus in de beginfase. Het traject voor de vrouwencategorie omvat dan weer 11 keer een lokaal rondje van 15 kilometer met korte, nijdige hellingen, goed voor een totale afstand van 164 kilometer en 3.350 hoogtemeters. Een ronde die voor veel renners kansen biedt.

“Het lijkt meer op een klassiek parcours, wat ik als de Belgische bondscoach heel graag zie gebeuren”, zegt Willems. “De herhaling van de beklimmingen zorgt er wel voor dat er ontzettend veel hoogtemeters moeten worden overwonnen. Toch denk ik dat met name de renners die in de Vlaamse klassiekers of de Amstel Gold Race komen bovendrijven, in Rwanda voor de prijzen zullen meedoen.”

• 

  11 aug

  Lees ook Bondscoach Laurens ten Dam roept sterrenensemble op voor WK in Rwanda

  11 aug

Maar wat voor Kopecky – wiens deelname nog niet vaststaat – positief is, geldt ook voor de Nederlanders. “Of het indrukwekkend was om de zevenkoppige ploeg te zien verschijnen? Natuurlijk! Marianne Vos, Puck Pieterse, Demi Vollering, Anna van der Breggen zijn allemaal kandidaat-winnaars”, vindt Willems. “De helft van die ploeg kan in het juiste scenario wereldkampioen worden.”

“Maar dat is natuurlijk niet nieuw. Elk jaar zitten ze in die luxe-situatie, maar we weten uit het verleden ook dat het niet gemakkelijk is om de rensters op één lijn te krijgen.”

Kopecky won in Zürich haar tweede wereldtitel – foto: Cor Vos

Dat bleek met name op het WK van vorig jaar in Zürich, waar kopvrouw Demi Vollering wel erg snel soloslim ging en zichzelf zo te vroeg uitschakelde. “Het is een jaarlijks terugkerend gegeven dat de Nederlandse ploeg zichzelf dikwijls in de vernieling rijdt. Ze hebben de neiging om soms tegen elkaar te koersen. Als de bondscoach hen goed kan laten samenwerken, is het lastig om die ploeg te ontwrichten. Maar het is de laatste jaren vaker flagrant misgelopen. Mede omdat Lotte zo sterk was, heeft ze daar toen van kunnen profiteren.”

Nieuwe bondscoach
Na het WK in Zürich trad bondscoach Loes Gunnewijk, die sinds 2019 hoofdcoach was van de Nederlandse vrouwen, af. Met Laurens ten Dam komt er nu vers bloed aan de leiding van de oranjehemden, maar zal dat voor een mentaliteitswijziging zorgen? “Die wissel kan zeker een nieuwe start of een nieuw elan teweegbrengen. Anderzijds twijfel ik helemaal niet aan de kwaliteiten van Loes. Ze heeft zich een goede bondscoach getoond. Ik ben er zeker van dat ze altijd goede afspraken heeft gemaakt. Maar of die door iedereen tijdens de koers worden gevolgd, is altijd opnieuw de hamvraag.”

“Laurens ken ik minder goed. Zijn grote nadeel is dat hij van bij de mannen komt, en dat is toch een ander gegeven. Een vrouwenploeg coachen vraagt toch een andere benadering. We zien wel wat dat geeft, maar het wordt sowieso een uitdaging”, zegt Willems.

Als Kopecky start, belooft het meer dan ooit een strijd België tegen Nederland te worden. Andere toppers, met Tourwinnares Pauline Ferrand-Prévot op kop, gaven al forfait voor het kampioenschap. “En ik verwacht dat er nog meer gaan volgen. Dat zorgt sowieso voor een andere dynamiek in koers. Het is niet zomaar een WK zoals in Europa, dat je er nog even bij kunt nemen.”

“Dat merk ik ook bij enkele rensters in de Belgische selectie, die liever focussen op het EK in de Ardèche dat kort daarna al volgt. Maar ons Belgisch blok zal uiteraard nog altijd sterk gestoffeerd zijn”, besluit Willems.