foto: Sirotti

Bauke Mollema heeft in de zevende etappe van de Tour de France geen schade opgelopen. De kopman van Belkin bleef in de slotfase overeind, in tegenstelling tot enkele concurrenten, en eindigde als achttiende. ”Het is bijna elke etappe chaos”, stelt hij na de rit.

”Het begon al heel nerveus te worden op een kilometer of 80. Iedereen was bang voor de wind, maar dat viel eigenlijk heel erg mee. Iedereen wil daar wel van voren zitten.”

Na een aanloop van ruim tweehonderd kilometer, waren er in de finale nog twee klimmen: ”Die stellen eigenlijk niet zo heel veel voor”, zegt Mollema tegen de NOS. ”Alleen het was wel heel nerveus, omdat iedereen op de eerste rij wil zitten voor de afdalingen. En dan vallen ze een paar keer.”

Op vijftien kilometer van de streep kwam onder andere Tejay van Garderen ten val. ”Daar kon ik nog omheen sturen door het gras en de andere valpartijen zat ik net voor. Ik voelde me vandaag niet helemaal super, maar juist omdat je dan goed van voren begint en de laatste drie kilometer bij de voorste drie rijdt, kom je zonder problemen aan de finish.”

Morgen gaat de Tour voor de klimmers pas echt beginnen, als de etappe eindigt met een drietal beklimmingen (twee van 2e categorie, één van 3e categorie). ”Ik heb niet een super gevoel in mijn benen, maar we hebben nog meer dan twee weken. Dat gaat nog wel komen. Het zal rustiger worden nu we de bergen ingaan”, zegt Mollema, die het na vandaag zal moeten doen zonder de hulp van Stef Clement, die hard ten val kwam en de ronde moest verlaten.