Afgelopen week viel er een grote last van de schouders van Alexandre Vinokourov. Zijn ploeg Astana kreeg ondanks enkele dopinggevallen toch een World Tour-licentie en mag deelnemen aan alle grote internationale wedstrijden. De Olympisch kampioen van Londen wijst met de vinger naar de media als het gaat over alle dopingverhalen rondom zijn ploeg.

Het is dan ook de eerste keer dat de Kazach reageert. “Het was onmogelijk om te reageren op alle geruchten”, zegt hij tegen het Kazachse Vremya. Vino gaat nu overleggen met zijn advocaten over welke actie hij kan ondernemen tegen de Europese, voornamelijk Italiaanse media. Excuses is volgens hem op zijn plaats.

In Italië zijn ze volgens de Vuelta-winnaar van 2006 jaloers dat Vincenzo NIbali en Fabio Aru bij Astana rijden. “Twee van de beste Italianen verdedigen de kleuren van de ploeg. Zo reed Nibali de Tour of Almaty in plaats van de Ronde van Lombardije. Ook wilden ze hem in de Giro d’Italia zien rijden in plaats van in de Tour de France.”

“Ik snap het niet goed. Een Italiaan wint de belangrijkste wedstrijd van het jaar en ze blijven met modder gooien naar zijn team. Waar is de logica.”

Vinokourov baalt wel van de dopinggevallen van de broer Maxim en Valentin Iglinsky. “Ik had dit niet verwacht. Ik ben bevriend met de familie en we hebben veel samen getraind. Ik begrijp zijn uitleg niet waarom hij het gedaan heeft. Ik heb ze niet geleerd zo te winnen, dat hebben we niet nodig. Maar ik concludeer nu dat ik te naïef was en ben daarom geraakt in de rug. Dit is een goede les voor mij en de ploeg.”

Astana zal het komende jaar strenger in de gaten worden gehouden door de UCI. “Maar in 2015 zullen we tonen dat we altijd zonder doping hebben gewonnen en ook zullen blijven winnen.”