Het was niet het WK van Niels Albert. De titelverdediger reed al vanaf het begin achter de feiten aan, en halverwege besloot de Belg zelfs om de strijd te staken. “Mijn start was niet slecht, maar in de eerste haarspeldbocht sneed Bart Aernouts me de pas af. Ik moest met mijn beide voeten uit de pedalen en verloor veel plaatsen. Daarna lukte het niet meer om op te rukken. Ik heb nu geen zin in een feestje, maar kan dit snel verwerken”, vertelde Albert aan Sporza.

“Conditioneel en fysiek was ik niet slecht, dat heb ik vorige week in Hoogerheide nog bewezen, maar ik kreeg hier een parcours voorgeschoteld dat mij totaal niet lag. Dat was het probleem vandaag”, aldus Albert, die op het Belgisch kampioenschap zijn rib brak. “Van die ribblessure heb ik totaal geen last meer gehad, dat is zeker geen excuus. Het ging gewoon niet, punt. Ik kan er niks meer aan veranderen, het is gewoon voorbij. Het zij zo.”

Albert, nog alijd leider in zowel de Superprestige als de GVA-Troffee, gaat echter niet bij de pakken neer zitten, en kijkt met vertrouwen uit naar volgend jaar: “Ik heb echt genoten van de regenboogtrui. Ik heb een jaar lang met nummer één kunnen rijden en ben daar enorm bij mee. Volgend jaar zal ik starten met nummer drie of vier of vijf of weet ik wat. Ik ga er gewoon voor om weer nummer één te worden. Een winter als deze is uitzonderlijk, met vanaf de Scheldecross bijna alleen maar koersen op sneeuw en ijs. Veel slechter kan het niet worden.”

“Als het BK en WK op een ander parcours gereden worden, krijg je misschien een ander verhaal. Maar als mijn moeder een vent was geweest, was ik niet geboren”, sluit Albert grappend af.