Addy Engels: “Ik kan mezelf recht in de ogen kijken”
woensdag 6 mei 2009 om 10:11

Addy Engels: “Ik kan mezelf recht in de ogen kijken”

31 jaar is hij inmiddels, Addy Engels. Bij Rabobank overbodig geworden, tot BankGiroLoterij afgezakt, maar bij Quick-Step weer een gewaardeerde knecht. De Nederlander zonder ook maar één overwinning in zijn carrière heeft zich inmiddels al lang en breed neergelegd bij zijn rol als knecht, vertelt hij NU.nl.

In 2003 was Engels nog een jonge, talentvolle renner. 24e in de Giro én een Tourdebuut, de wielerwereld lag open voor hem. “Ik kende een superstart dat jaar. In Murcia reed ik in de koninginnenrit in een kopgroep met Pena, Hruska en Leipheimer, mijn ploeggenoot. In de slotklim reed ik bij ze weg. Maar Leipheimer moest lossen, die twee vonden elkaar en ik werd alsnog achterhaald. Achteraf heb ik wel eens gedacht: als ik daar gewonnen had, was ik als renner wellicht veranderd.”

Nooit eens eerste
Engels wist in zijn jongere jaren wel wat winnen was, als tweevoudig junioren en enkelvoudig beloften Nederlands kampioen. Maar in zijn profcarrière kon hij het niet meer herhalen, ook niet in de 12e etappe van de Giro d’Italia 2006. “Ik werd tweede achter de Spanjaard Horrach (vóór Emanuele Sella, red.). Vaak aan teruggedacht. Had ik mijn gemak maar gehouden in de kopgroep, had ik het maar op een sprint laten aankomen. Het had van mij geen andere renner meer gemaakt, maar als ik morgen moet stoppen heb ik een lege erelijst. Dat spookt nog wel eens door mijn hoofd.”

Giro d’Italia
Op 9 mei is hij er voor de zevende keer bij in Italië. “De Giro past beter bij me dan de Tour. In de Tour heb je meestal een week lang alleen maar massasprints. Ik kan ook hard op kop rijden voor Tom Boonen, maar er zijn genoeg anderen in de ploeg die dat kunnen. In de Giro heb je veel ritten die te zwaar zijn voor de sprinters, maar weer te licht voor de echte klimmers.”

Spijt
Hoe is een talentvolle ronderenner verworden tot een doodgewone knecht? “Ik heb niet alles eruit gehaald”, verzucht Engels. “Daar is niet één oorzaak voor aan te geven en ik wil ook geen excuses zoeken. Maar ik heb een duidelijke keuze gemaakt. Ik heb niet meegedaan aan de medische kant van het verhaal. Uit ethisch oogpunt, om lichamelijke redenen – al speelde dat nog het minst – maar vooral vanwege mentale redenen. De wetenschap dat je iets gedaan hebt wat niet mag zou mij veel te veel stress geven. Ik wil mezelf bovendien altijd recht in de ogen kunnen kijken.”

RIDE Magazine
RIDE Magazine