Rubber voor ieder ritje: zo kies je de juiste gravelband

Materiaalzone De makkelijkste upgrade aan je gravelfiets is zonder meer de juiste band. Een ander noppenprofiel of een wat bredere band kunnen je ritje significant comfortabeler, of juist sneller maken. Die keuze is echter nog best een lastig klusje, dus sprak RIDE Magazine deze zomer met Ivar Slik voor wat rubberadvies.

Zeg gravelbanden en in dezelfde ademteug kan je tegenwoordig Schwalbe zeggen. Geen merk was er zo vroeg bij met speciale banden voor gravelfietsen. Eén van hun ambassadeurs is Ivar Slik, die in 2022 als eerste niet-Amerikaan Unbound Gravel won; de grootste en meest prestigieuze gravelkoers die er is. “Op de G-One RS, dus dat blijft mijn favoriete band”, vertelt Slik met een lach.

Tegenwoordig heb je voor iedere rit een ander soort gravelband. Zo kan je met de juiste band, jouw fiets personaliseren naar jouw rijstijl. Een simpele wijziging van je materiaal, met grote gevolgen. Tegelijkertijd is het in dat bos van gravelbanden best lastig de bomen te zien, want hoe kies je nou de juiste band uit al die verschillende keuzes? Met die vraag trokken we naar Ivar Slik, die ons uitlegt waar je op moet letten bij het kiezen van de juiste gravelband.

Ivar Slik (rechts) met trainingsmaatjes Niki Terpstra (midden) en Jasper Ockeloen (rechts) – foto: Schwalbe

1. Wat is je doel?
“Wil je winnen of wil je gewoon lekker rijden? Die vraag moet je jezelf altijd stellen. Als je voor de winst gaat in een wedstrijd, zou ik voor een snelle band gaan. Als uitrijden je doel is, zou ik voor een wat meer lekbestendige band gaan. In training zou ik op safe spelen en voor een wat meer stevige, meer lekbestendige variant gaan.”

2. Breedte
“Des te breder, des te beter want dat levert meer comfort én grip op. Eigenlijk raad ik mensen daarom al bij het kiezen van een gravelfiets aan om te gaan voor een fiets met zoveel mogelijk ruimte voor brede banden. Fiets je alleen over het hard aangestampte gravel van de Veluwe of de Gooische heide, dan rollen 40 millimeter banden wel het best, maar op ruig gravel is 50 millimeter eigenlijk veel fijner. Tegenwoordig zie je veel racers zelfs kiezen voor mountainbikebanden. Ik ben daar ook wel voorstander van want die zijn beter qua grip, comfort en lekbestendigheid.”

3. Profiel
“Het profiel van de band ligt heel erg aan de ondergrond waarop je rijdt. Liggen er veel losse, scherpe stenen, dan zou ik kiezen voor een band met meer nopjes die de steentjes kunnen opvangen en zo lekrijden voorkomen. Is de ondergrond wat beter of zijn er meer ronde stenen dan kan je ook voor wat minder profiel kiezen, zoals bij de G-One RS.”

Welk profiel banden bij je rit past, wordt grotendeels bepaald door de ondergrond waarop je rijdt – foto: Schwalbe

4. Natte omstandigheden
“Als er sprake is van een dun laagje modder, kies ik niet voor een heel brede band. Dan snijdt de band juist een beetje door de modder en houd je grip. Als het héél modderig is, kan ook nog het probleem ontstaan dat er modder tussen het frame en de band komt, wat tegen elkaar gaat wrijven. Om dat te voorkomen kan je kiezen voor een profiel waarbij de nopjes wat verder uit elkaar zitten, dat houdt wat minder modder vast. Voor wat extra grip is een band met nopjes op de zijkant fijn.”

5. Bandendruk
“Des te lichter je bent, des te zachter je je banden kan zetten. Ik ga altijd uit van 2 bar, met mijn gewicht van 83 kilogram. Daarnaast kies ik altijd voor 0,2 bar meer in mijn achterband. Dan is het vervolgens vooral een kwestie van goed testen: de ene dag doe ik 2,2 bar, de volgende dag 1,8 bar en dan kijk ik naar de verschillen en bepaal ik de juiste spanning. Dat doe ik op gevoel. Als je echt op en neer gaat en bij elke trap je band indeukt, dan heb je te lage bandenspanning. Voel je bij elk hobbeltje een klap, dan rijd je juist met te hoge bandenspanning. Dat zijn dingen waar je op kan letten. Dat testen is sowieso mijn belangrijkste tip: ga gewoon verschillende soorten banden proberen en voel aan wat je fijn vindt.”

foto: Schwalbe

6. Bonustip
“Tot slot, ga ervan uit dat je lek rijdt en neem het juiste materiaal mee om dat te verhelpen. Dan denk ik in ieder geval aan tubeless plugs een Co2-patroon. Zo ben je tijdens een ritje met je vrienden niet eindeloos bezig om een lekke band te fixen. Dat wachten is vervelend voor de hele groep en je kan er ook helemaal koud door worden. Met de juiste spullen mee maak je lekrijden net wat minder vervelend.”

In de zomergids van RIDE Magazine besteedden we uitgebreid aandacht aan de Tour de France. We spraken met hoofdrolspeelsters in de grootste koers van het jaar, waaronder Mathieu van der Poel, Demi Vollering en Thymen Arensman. Uiteraard sprongen we ook zelf op de fiets: we gingen gravelfietsen in Zuid-Limburg met Tom Dumoulin, bezochten het Noord-Italiaanse Trentino en verkenden de Col de la Madeleine. Dat, en meer, lees je in de RIDE Zomergids 2025!

Bestel hier jouw RIDE Zomergids!