Wielrennen en hartfalen: Verborgen risico’s van fanatiek fietsen
foto: Cor Vos

Wielrennen en hartfalen: Verborgen risico’s van fanatiek fietsen

Sporten is volgens de medische wetenschap reuze gezond en sporters leven gemiddeld drie tot zes jaar langer dan niet-sporters. Een gezonde geest huist immers in een gezond lichaam. Maar daar is ook een grens aan, die per persoon verschilt. Te fanatiek sporten kan nadelige gevolgen hebben voor met name het hart.

Sneller fietsen. Verder, harder, hoger, langer. Ja, we fietsen wat af met z’n allen. Van de Marmotte naar de Mortirolo en van Ringvaart naar de Radmarathon. Want mooier dan een pak slaag krijgen van een dikke Alpen-Col of er eentje uitdelen aan je fietsmaat die met moeite in je achterwiel zuigt, dat wordt het niet. En bovendien is het ook nog eens gezond. Vooral goed voor hart en longen. Toch zien onderzoekers van onder meer het Radboudumc en Utrechtumc een relatie tussen intensieve duursport (denk aan marathons en cyclo’s) en hart- en vaatziekten, zoals ritmestoornissen en slagaderverkalking.

Er is kennelijk een grens waar sporten niet meer gezond is, maar juist schade kan veroorzaken. Fietsfanaat en hartpatiënt Jens Olde Kalter is benieuwd waar die grens ligt. Voor hemzelf en andere hartpatiënten. En voor de sporters die dat niet zijn, of die daar nog geen weet van hebben. “Of jij ooit nog een keer de Marmotte kan rijden? Je kunt je afvragen of je dat nog wel moet willen.”

Pijnbomen (mei 2022)
 

Het ruikt naar pijnbomen. De enige boomsoort die het hier op deze hoogte nog trekt. Verder is er vrijwel niets. Alleen de stilte die lichtjes wordt verstoord door het getik van mijn fietsketting. Verder hoor en voel ik vooral mijn hartslag. 162 keer per minuut, aldus mijn sporthorloge. Maar als het stijgingspercentage van de weg omhoog loopt, stijgt ook het ritme van mijn hart: 164, 164, 165, 166.

Zo’n anderhalf uur eerder vertrok ik uit Estepona, waar een paar aardige fietslocals me direct uitnodigden om aan te haken, toen ik hen op straat de weg vroeg naar de lokaal beroemde berg ‘Los Reales’. Behalve de aftrap van zestien procent om de stad uit te komen, was de klim verder steady. Prima te doen met gemiddeld 6,5 procent, ook al was het over een lengte van 20 kilometer. Maar met een laatste zes kilometer van dik 8 procent, een opeens fellere zon en een significant slechter wegdek, zit het venijn hem ook bij deze Andalusische ‘Mont Ventoux’ in de staart.

‘Is dit wel zo’n goed idee’, denk ik nu ik mijn omslagpunt (hartslag 165) ruim voorbij ben. 171, 171, 172, 172, 173. Boem boem boem. Boem boem boem. Nooit eerder ben ik vrijwillig afgehaakt op een klim. Nooit. Niet op de Dodemanweg toen ik nog maar net op een racefiets zat en amper kon schakelen. En later ook niet op de Mortirolo. Ik vertik het gewoon. Ook op de Mortirolo was het bloedheet en zat er geen druppel meer in mijn drinkfles. Maar toen wist ik niet wat ik nu wel weet. En toen was ik niet alleen.

Twee deelnemers overleden tijdens toertocht Ronde van Vlaanderen

We Ride Flanders, de toerversie van de Ronde van Vlaanderen, is zaterdag opgeschrikt door vreselijk nieuws: twee deelnemers zijn namelijk om het leven gekomen. Het gaat om een Nederlander en een Fransman. Een andere Nederlandse deelnemer raakte onwel en is met hartfalen naar het ziekenhuis gebracht.

Hey dokter
‘Hey dokter’, zei ik vrij opgewekt toen ik driekwart jaar eerder, in oktober 2021, werd gebeld door cardioloog Leonard Hofstra. We hadden elkaar een tijdje daarvoor ontmoet bij een radio-uitzending, waar ik hem vertelde over mijn familie-historie op het gebied van hartfalen. Vader op 63-jarige leeftijd overleden aan een hartinfarct. En opa had voor z’n zestigste ook al twee hartaanvallen te pakken. “Maar vader en opa zagen er destijds vast niet zo fit uit als jij op deze leeftijd”, veronderstelde dokter Hofstra.

Ik was toen 45. Dat had hij goed gezien. Mijn opa en vader hadden een buik als een burgemeester, hielden van een borrel (en ook van twee borrels), hadden gerookt en uitgezonderd een uurtje tennis per week, was sport vooral iets om op tv naar te kijken.

Nadat Hofstra vroeg of ik zelf rookte en alcohol dronk (nee en matig) en hoeveel ik sportte (fietsen, schaatsen en veel krachttraining), zei hij dat ik daarmee negentig procent van de risicofactoren afdekte. Nog net niet glunderend vertelde ik erbij dat het hartfilmpje plus de echografie tijdens mijn laatste sportmedische keuring helemaal in orde waren.

“Dat is mooi”, zei Hofstra, ‘maar in jouw geval – en eigenlijk in het algemeen – is dat meteen ook verraderlijk. Het zegt dat je hart zelf goed functioneert. Maar het zegt weinig over de toestand van je kransslagaders en in hoeverre die bijvoorbeeld al een stuk zijn verkalkt, zoals je dat nogal eens aantreft bij mensen met hartfalen in de familie. Op een hartfilmpje of op een echo zie je daar niets van. Alleen een CT-scan kan in de kransslagaders kijken.”

Een afspraak was snel gemaakt en dat was een goed besluit geweest. Dokter Hofstra belde namelijk niet met de mededeling dat alles perfect was, zoals ik verwacht had. De CT-scan had haarscherp blootgelegd dat mijn linker (en belangrijkste) kransslagader al voor minstens 50 procent met zogeheten ‘plaque’ verstopt’ bleek te zijn.

Hartpatiënt
“Okay”, zei ik terwijl het voelde of de Utrechtse cardioloog me met een knuppel had geraakt. “En nu?” “Hoewel je hart zelf goed is, ben je nu formeel hartpatiënt. Je moet dus aan de medicijnen.” “Moet dat echt”, vroeg ik.

“Nou als je vijfentachtig was, zou ik zeggen: ‘meneer dat moet u lekker zelf weten’. Maar jij wil nog vijfentachtig worden.” “Mooi”, reageerde ik. “Ik kan hier dus vijfentachtig mee worden?” “Jazeker, als je doet wat ik zeg”, reageerde Hofstra. “Anders garandeer ik je binnen tien tot vijftien jaar een ‘incident’.
”

Een paar dagen na het nieuws belde ik fietsvriend Michiel. “Klote man’, zei hij. “Maar hoe had je er liever achter willen komen? Aan de telefoon met de cardioloog of liggend naast je racefiets terwijl een paar anderen uit alle macht op je ribbenkast lopen te stampen in de hoop om je ‘tikker’ een slinger te geven? Better safe than sorry buddy.”

Michiel had op dat moment al twee hartaanvallen (één tijdens en één vlak na het fietsen) overleefd. Na zijn eerste hartaanval was hij eindelijk gestopt met roken en leefde hij qua voeding en werk een stuk bewuster. En hij zit weer op de fiets.

Jens en Michiel – foto: Jens Olde Kalter

Vertrouwen tanken

De eerste fiets die ik aanraakte was een maand later in de sportzaal bij de cardioloog in mijn woonplaats Amsterdam. Geen betere plek tenslotte om een hartaanval te krijgen. Lekker rammen dus op de RAMP-test. Wat ik daar wel durfde. Na een minuut of 15-16 viel ik van de fiets met een wattage van 330. Niet gek, afgezet tegen de 420 Watt die ik twee jaar daarvoor bij de laatste test klokte. Maar toen was ik behalve twaalf weken extreem goed getraind, ook volledig onbevangen. Die onbevangenheid leek nu iets uit een vorig leven.

“Allemaal in orde”, zei de cardioloog nadat elke kamer en ‘elk bloedvat’ in mijn hart de dertig daarop volgende minuten nogmaals binnenstebuiten waren gekeerd. “Top zelfs. Alleen de toevoer is niet meer optimaal. Maak je verder niet te druk, leef gezond en blijf vooral trainen. Want je bent nog altijd twee keer zo fit als de gemiddelde kerel van jouw leeftijd. Daar doe je je hart een onmetelijk plezier mee. Maar overdrijf het niet.”

Giet it on?

Gemeten vanaf die fietstest bij de cardioloog zijn we nu dik anderhalf jaar, 4000 fietskilometers en circa 250 krachttrainingen in de sportschool verder. Het eten, het vetpercentage (11-14 procent) en de cholesterolwaardes (belangrijk ter voorkoming van verdere verkalking) gaan nog steeds prima, al blijft dat een spel van aan de knoppen draaien en discipline. Maar het zijn tenminste vaste waardes waar je aan moet voldoen. Met een heldere ondergrens.

Moeilijker vind ik de vraag waar de grens ligt op de fiets. Wat wil je nog op dat vlak en wat moet je misschien niet meer willen? Is het uitrijden van de Oetztaler Radmarathon, die met stip mijn fiets-bucketlist aanvoert nog wel zo’n goed idee, vraag ik me af terwijl ik het antwoord heus wel weet. Want om je hart in mijn situatie gedurende tien tot twaalf uur maximaal uit elkaar trekken, mwoaah, dat lijkt me geen goed idee.

Maar wat kan er wel? Kan ik nog wel verantwoord de Mortirolo in twee uur opknallen zonder af te stappen? Of een rondje Ringvaart solo rijden met 33 per uur gemiddeld? En wat als er een wonder geschiedt en het heilige ‘IT GIET OAN’ wordt afgekondigd? Afgelopen winter toog ik nog naar de Oostenrijkse Weissensee wegens gebrek aan ijs hier. Of ik de 200 kilometer ging schaatsen wist ik nog niet, maar voor de zekerheid belde ik met mijn cardioloog. ‘Is honderd kilometer niet genoeg’, vroeg hij.

Een logisch vraag van een cardioloog aan zijn sportende patiënt. Maar is die lange duurinspanning wel echt zo slecht, en waarom dan? En voor wie en onder welke omstandigheden? Want niet iedereen heeft toch zeker zo’n slagaderverkalking. Onder meer deze vragen houdt ook de vakgroep inspanningsfysiologie/ sportcardiologie van de Radboudumc en Utrechtumc al jaren bezig. De onderzoekers zien een relatie (dat is wat anders dan een causaal verband) tussen duursport en hartschade, zoals ritmestoornissen, littekenvorming en slagaderverkalking. Die laatste, ook wel de widowmaker genoemd vanwege het grote aantal slachtoffers dat aderverkalking maakt onder met name mannen van boven de veertig, heeft hun bijzondere aandacht. Juist omdat het ook ogenschijnlijk fitte mannen betreft wiens vrouwen ‘uit het niets’ (en niet zelden tijdens een flinke duur-inspanning) tot weduwe worden gemaakt.

foto: Raymond Kerckhoffs

Eén van hen was Marc. Een fitte vent van 49 met een prima vetpercentage en een conditie die hoort bij de fanatieke loper en fietser die hij was. Tijdens zijn vakantie in 2009 ging hij even de deur uit om een rondje te rennen. Hij kwam niet meer terug. Onderweg in elkaar geklapt. Boem, pats. Weggerukt uit het leven.

Uit de obductie die er op zijn lichaam werd gedaan, bleek een vergevorderde verkalking van de kransslagaders. “Dan heb je dus een belangrijk bloedvat dat voor minstens driekwart vol zit met zogeheten ‘plaque’,” zegt onderzoeker Thijs Eijsvogels van het Radboudumc. “Zolang die plaque stabiel is, is er weinig aan de hand. Maar als het gaat scheuren krijg je het effect van dat vrachtschip dat overdwars lag in het Suez-kanaal. Er komt te weinig bloed meer doorheen of je krijgt een bloedstolsel dat de boel blokkeert. Je hart zit dan te lang zonder voldoende bloedtoevoer en kapt er gewoon mee. Een hartinfarct.”

MARC-study
Marc was toevallig een bekende van een groep collega’s van dr. Eijsvogels. Zij wilden weleens weten in hoeverre langdurig intensief sporten mede debet was aan zo’n mate van aderverkalking als bij hun overleden vriend. Of was die verkalking al een gegeven door bijvoorbeeld een slechte levensstijl en/of erfelijkheid? En als dat laatste een feit zou zijn, heeft intensief duursporten er dan een positief of negatief effect op? Vernoemd naar slachtoffer Marc startte de onderzoeksgroep onder aanvoering van sportcardioloog dr. Arend Mosterd een onderzoek (de MARC-study) onder 320 duursporters en later nog eens een herhaling bij 300 van hen in de leeftijdscategorie 45+. Aan dat onderzoek deden alleen mannen mee omdat bekend is dat mannen tien keer zo veel kans hebben op een hartstilstand tijdens het sporten dan vrouwen.

Daarnaast bleek ook dat mannen eerder klachten ontwikkelen en er ook relatief meer mannen overlijden tijdens het duursporten (ongeveer één op de 80.000 lopers bij de marathon). Eén van de redenen voor hun grote aandeel hierin is vermoedelijk hun karakter. “Mannen willen winnen en stoer doen”, zegt Arend Mosterd. “Naar elkaar en zeker ook naar zichzelf. Ze gaan dus sneller en vaker tot het gaatje en hebben last van zelfoverschatting.”

Dat zou dus duiden op een gevaar in voluit gaan. En dan met name in te lang voluit gaan. Ga je heel even aan het gas of een paar uur lang? Mosterd beaamt dit en verwijst onder meer naar een Amerikaanse studie waarbij gedurende jaren is gekeken naar dodelijk en niet-dodelijk hartfalen tijdens marathons en halve marathons. Wat bleek, zowel de meeste dodelijke als niet-dodelijke incidenten deden zich met name voor tijdens de langste afstand. Mosterd: “Maar dat zegt niet alles. Er blijven nog zoveel vragen over. Zoals de mate van getraindheid onder de slachtoffers. Hoe goed getraind waren ze? Want we kennen allemaal wel de voorbeelden van personen die een prestatie leverden, terwijl je je afvroeg of dat wel zo verstandig was voor die persoon.”

Paradox
Had mijn cardioloog dan toch een goed punt toen hij begin dit jaar (richting de Weissensee) vroeg ‘of honderd kilometer soms niet genoeg was? Naar mij toe zeker. Ik ben al patiënt. Maar hoe zit het met al die andere duursporters? Want als er van de 80.000 marathonlopers eentje onderweg in elkaar zakt, dan komen er nog altijd 79.999 voldaan over de finish. En in hoeverre draagt intensieve duursport nou actief bij aan problematiek met hart en vaten? 
”Na vijftien jaar wetenschappelijke observaties is de enige conclusie dat men onder intensieve duursporters meer hartschade tegenkomt dan onder niet duursporters”, zegt inspanningsfysioloog Eijsvogels van het Radboudumc.

“En daar zit de paradox. Want hartschade is uiteraard niet wenselijk. Maar we weten ook dat sporten echt heel gezond is en dat sporters gemiddeld drie tot zes jaar langer leven dan niet-sporters. Als we alle voordelen van sporten (kracht, botdichtheid, goede VO2-Max oftewel zuurstofopname) in een pil konden stoppen dan begonnen we daar gisteren nog mee.”

foto: Cor Vos

Ik hoopte natuurlijk op een wat eenduidiger antwoord. Voor de lezer, maar natuurlijk ook voor mijzelf als fiets-en schaatsgek met een vernauwde kransslagader. Als intensieve duursport echt zo slecht is zou je denken dat het halve wieler(prof)peloton de zestig niet had mogen halen. Maar dat is niet zo. Eddy Merckx, Joop Zoetemelk en Bernard Hinault, om er maar een paar te noemen, ze zijn er nog.

Wat kan er nog wel? Voor mij en voor jou
Advocaat Michiel heeft na zijn twee hartaanvallen alweer twee keer de volledige 200 kilometer op de Weissensee geschaatst. Weliswaar niet binnen de voor hem gebruikelijke acht uur, maar op zijn ‘dooie akkertje’. Afgelopen zomer ging zijn fiets als vanouds weer mee in de achterbak naar Frankrijk.

En hoewel ik mijn eigen fietsdoelen allang heb bijgesteld kan ik het toch niet laten om sportcardioloog Mosterd nog te vragen wat hij van mij en de Oetztaler Radmarathon vindt. “Beste Jens. We weten niks zeker. Behalve dat jij in de risicogroep zit en dat risico zich met name verwezenlijkt als de inspanning heel lang en heel intensief is. Zoals bij die groep marathonlopers waar we het over hadden. Zorg dus – en dit geldt voor iedereen – dat je minimaal je trainingsarbeid voor elk sportdoel op orde hebt.

Maar dat doel moet wel reëel zijn. Is zo’n mega cyclo reëel voor iemand met een vernauwde linker kransslagader? Misschien wel. Misschien ook niet. Dan hebben we het alleen nog maar over die monstertocht zelf. En nog niet eens over de duizenden extra trainingskilometers in aanloop er naartoe. Je kunt je ten zeerste afvragen of dat in jouw geval nog zo’n goed idee is. Ieder persoon die dit verhaal leest met familiegeschiedenis op het vlak van hartfalen, kan ik alleen maar adviseren: vraag vandaag nog via de huisarts een CT-scan aan. Maar blijf vooral sporten.”


Deze persoonlijke reportage van Jens Olde Kalter was eerder te lezen in het RIDE Magazine Najaarsnummer 2023. Hij schreef de reportage in samenwerking met wetenschappers en cardiologen. Over de risico’s van (over)belasting, signalen die je niet mag negeren – en de vraag: Wat kan nog wél?

1 Reacties
09-04-2025 19:34
Bedankt voor dit nuttige en goed leesbare artikel!

Ik heb iets enigszins vergelijkbaars als jij: heb een CT-scan gehad en daaruit bleek een heel licht begin van verkalking bij de kransslagaders. In mijn geval veroorzaakt door (erfelijk) te hoog LDL cholesterol. Daarom hoop ik nu met stetines mijn cholesterol te verlagen (qua voeding ed. leef ik al heel gezond).

Intensief sporten wanneer je ernstige verkalking hebt is levensgevaarlijk.
Maar bij mijn weten is er geen causaal verband tussen intensief sporten en slagaderverkalking. Klopt dat, of zie ik iets over het hoofd?

Om te reageren moet je ingelogd zijn.