Drie weken koers, met slechts twee rustdagen: de grote rondes behoren tot de zwaarste inspanningen die je als wielercoureur kunt doen. Opvallend genoeg stapt het merendeel van het profpeloton zelfs tijdens die rustdagen op de fiets. Dat klinkt wellicht vreemd, maar er is alle reden toe.

Rustdagen staan in het teken van herstel: het zijn twee dagen in drie hectische weken waarbij de renners zich even aan de drukte en intensiteit van de koers kunnen onttrekken. Dat betekent niet dat ze de hele dag stilzitten en niks gaan doen. In tegenstelling zelfs: een groot deel van het peloton trekt er even op uit voor een kort ritje.

Want in het juiste geval kan inspanning leiden tot ontspanning, legt trainer en coach Robert van der Wulp ons uit. Dat werkt eigenlijk net als het uitfietsen na zware inspanningen: door op lage intensiteit wat te bewegen kan je herstelprocessen in je lichaam versnellen, waardoor je de volgende dag dus weer fitter op de fiets stapt.

• 

  4 sep

  Lees ook Uitfietsen is populair: waarom wielrenners na de finish op de indoor trainer stappen

  4 sep

  0

Dat geldt voor profs, maar ook voor amateurs. “De dag na een zware inspanning is je lichaam nog bezig om te herstellen en daar kan jij handig gebruik van maken. Als je de versnelling van het lichaam even een klein tandje hoger zet door rustig te gaan fietsen, zal je dat herstel een handje helpen.”

Tegelijkertijd is het fietsen op de rustdag geen stelregel. “Met fietsen op rustdagen kan je het herstel bevorderen, maar het is ook persoonlijk. Net zoals het verschilt per renner wat ze daags voor wedstrijden doen om te zorgen dat ze na een taper (een korte periode van verminderde trainingsintensiteit, red.) klaar zijn voor de wedstrijd. In een rustdag zal echter niet heel veel intensiteit zitten, het is vaak een beetje rondtoeren.”

Daarbij is er op de rustdag in grote rondes ook tijd voor andere dingen dan fietsen. “De rustdag is gericht op herstel, maar ook op mentale ontspanning. Je ziet ze ook wel eens bij het zwembad klooien; het is ook belangrijk om je gedachten ergens anders te hebben dan bij de wedstrijd.”

De hele Tour – of zelfs het hele seizoen – gefocust zijn, is volgens Van der Wulp namelijk niet haalbaar. “Dat zag je aan Pogacar deze Tour. Ze zeiden al dat het gekkenwerk was om na de klassiekers de Tour te rijden en hij reed wel goed, maar je ziet wel dat hij mentaal opgebrand was, want iedere keer staat de spanning zo hoog. Dus mentale ontspanning is ook heel belangrijk.”