Fietstoerisme De KNWU en NTFU gaan een samenwerking aan met VeiligheidNL om zich in te zetten voor letselpreventie. Want, alhoewel mountainbiken en wielrennen de nodige gezondheidsvoordelen hebben, behoren ze ook tot de sporten die relatief gezien de meeste ziekenhuisbezoeken opleveren.

Uit onderzoek van VeiligheidNL blijkt dat mountainbiken de sport is die relatief gezien voor het hoogste aantal bezoeken aan de spoedeisende hulp in Nederland zorgt. Die conclusie trok het kenniscentrum voor letselpreventie uit een analyse waarbij Nederlandse letselcijfers van alle sporten per 1000 sporturen werd vergeleken. Wielrennen staat in deze lijst op de vierde plek. Uit het onderzoek blijkt dat 92% van de bezoeken door sportieve fietsers aan een spoedeisende hulp-post wordt veroorzaakt door een val van de fiets.

Dergelijke ongevallen en blessures leiden vaak tot langdurig sportverzuim of zelfs permanent sportuitval. Daarnaast leiden ze tot hoge zorgkosten en werkverzuimkosten. Cijfers van SEH-bezoeken en trends in ernstig letsel benadrukken het belang van extra aandacht voor veiligheid tijdens het mountainbiken en wielrennen, reden genoeg voor de NTFU en KNWU om zich in te zetten voor letselpreventie samen met VeiligheidNL.

Via aanvullend onderzoek willen ze extra inzicht krijgen in wat er gebeurt voorafgaand en tijdens een fietsongeval, ook bij de ongeorganiseerde sportieve fietser. Door onder andere data te verzamelen bij wedstrijden, toertochten en clubritten, en ook van het gewone zondagse ritje. Hierbij is te denken aan een verbeterde inventarisatie van valpartijen, ongelukken, de aanleiding van de val en het verloop van herstel en nazorg. Aan de hand daarvan kan vervolgens bepaald worden welke interventies mogelijk kunnen zijn om de wielersport veiliger te maken.

Relatief minder hoofd- en hersenletsel
Van de sportieve fietsers die op een SEH (Spoedeisende Hulp) belanden, heeft ruim de helft een botbreuk, voornamelijk een gebroken schouder of sleutelbeen. Op de tweede plek van veelvoorkomende kwetsuren volgt hoofd- en hersenletsel. Uit fietsonderzoek van VeiligheidNL blijkt dat een zeer groot deel van de wielrenners en mountainbikers die een SEH bezochten na een ongeval een fietshelm droeg: 79% van wielrenners en 69% van de mountainbikers met letsel droeg een helm ten tijde van het ongeval.

Bij andere fietsslachtoffers ligt dat aandeel een stuk lager, slechts één op de vijf droeg een fietshelm ten tijde van het ongeval. De kans op hersenletsel was één derde lager en de kans op hoofdletsel was zo’n twee derde (-62%) lager wanneer slachtoffers een helm droegen tijdens het fietsongeval, ten opzichte van slachtoffers die geen helm droegen. Relatief gezien is er dus onder wielrenners en mountainbikers sprake van minder hoofd- en hersenletsel.