Stem de televisie af op de Tour of the Alps en je ziet bergen, bergen en nog eens bergen. De vijfdaagse rittenkoers door Italië en Oostenrijk doet zijn naam meer dan eer aan met meer dan 13.000! hoogtemeters in vijf dagen. Voor wie minder zin heeft om (een dag) vooral omhoog te fietsen: no worries! Vanuit aankomstplaatsen Borgo Valsugana en Levico Terme kun je snel aansluiten op een goed verzorgd fietspad van in totaal 80 kilometer, voor een overgroot deel luw van wegverkeer.

Vertrek je bijvoorbeeld vanuit Levico Terme naar het eindpunt Bassano del Grappa, dan ben je – rijdend in zuidoostelijke richting – bijvoorbeeld al 68 kilometer zoet. Let op: er kan behoorlijk wat wind blazen in de vallei, dus het kan best tegenvallen, ook zonder hoogtemeters. Trakteer jezelf eenmaal in Bassano del Grappa op een verdiende kop koffie en een panini, want daarna is het ook vanzelfsprekend weer zo’n 68 kilometer terug. Tenzij je via een alternatieve route, inclusief genoeg klimwerk, terug wilt.

“En wanneer je de andere kant op rijdt, is de route ook prachtig”, voegt Daniel Oss toe. Rijdend naar Pergine, de oude thuisbasis van de oud-prof, kom je langs het uitgestrekte en prachtige meer van Caldonazzo, tevens een zeer populaire vakantiebestemming onder Nederlandse kampeerders. Genoeg te kiezen dus, ook als je even niet wil klimmen.

Terwijl de finishboog in Borgo Valsugana (etappe 4) nog wordt opgezet, verlaten we in het gezelschap van de huidige Tour of the Alps-ambassadeur de Via Alessandro Spagolla alvast. Oss, opgegroeid in het iets meer noordelijk gelegen Pergine Valsugana, kent immers als geen ander de weg in deze schilderachtige regio.

Hij leidt ons bijna direct naar de voet van de beklimming naar Valle di Sella. De ‘Sella’, aldus Oss en de lokale fietsers, is met zijn 7.4km lengte en een gemiddelde van 6.2% niet te zwaar en is dus een mooi alternatief wanneer je niet direct aan beklimmingen als de nabij gelegen Passo del Vetriolo (9.4km à 8.7%) en de Passo Manghen (22.9km à 7.2%) wilt beginnen.

Enkele bordjes aan de zijkant van de omhoog slingerende weg, geven per kilometer aan wat je voor je kiezen krijgt. Al snel loopt het toch even in de dubbele cijfers (11%), maar iets verder vlakt de klim geleidelijk af en is het iets makkelijker naar de top. Eenmaal boven kun je via de Località Valle di Sella direct weer naar beneden en is je lusje compleet.

Maar wil je echt iets fraais zien, dan rijd je nog iets verder door. Via een kleine, maar flink oplopende gravelstrook kom je aan bij Arte Sella, een prachtig openluchtmuseum op zo’n 1000 meter hoogte met kunstwerken die de natuur zijn eer aandoen.

Eenmaal weer bijgekomen en afgedaald naar Borgo Valsugana, waar Simon Carr later in de middag de handen in de lucht steekt na een indrukwekkende solo, geniet je na al het klimwerk van een welverdiende doppio of cappuccino bij Caffè Milano. En heb je geen genoeg gekregen van de ‘Sella’? Dan pak je de klim de volgende keer gewoon vanaf de andere kant en daal je de af via de Strade del Dosso. Succes!