Ik heb er een dubbel gevoel bij. Als er zoveel aan de hand is moet je reflecteren op je werkwijze als ploeg. Niet alles lijkt goed te gaan. Het vertrek van individuele renners is soms nog wel te verklaren, maar het is jammer dat ook in de omkadering veel verloop is. Maar van de andere kant zijn ze langzamerhand ook wel een makkelijk ‘doelwit’.
Ze worden tijdens de tour bejubeld vanwege hun ploegentactiek. Maar als ze vervolgens niet tolereren dat (belangrijke) renners uitzonderingsposities krijgen vindt men dit vreemd. Ze worden geroemd voor hun wetenschappelijke aanpak, maar vervolgens vindt men het vreemd dat ze niet accepteren dat individuele renners hier vanaf wijken. Veel renners breken door dankzij of ondanks (afhankelijk van hoe je het bekijkt) de begeleiding. Maar vervolgens wordt diezelfde aanpak na de doorbraak in twijfel getrokken.
Diegene die klagen over de aanpak lijken overigens amper te beweren dat deze niet werk. Ze klagen vooral over de aanpak, niet het resultaat er van. En de ploeg heeft ook vaak bewezen succesvol te zijn. Dan ontstaat een duivels dilemma. Moet je je ‘succesvolle’ aanpak gaan veranderen? En hoe verander je werkwijzen zonder je eigen visie en identiteit overboord te gooien? En wat met de renners die wel tevreden zijn? Of moet je de aanpak juist helemaal omarmen? De huidige aanpak zal altijd blijven schuren binnen het wielrennen. Het is nu eenmaal een vreemde individuele teamsport met haar eigen gewoontes en cultuur. Er is maar één oplossing: blijven winnen. Dan heb je altijd gelijk.