Wout van Aert maakte zich dit weekend enkele opmerkelijke bedenkingen
foto: ©Photopress.be
dinsdag 11 december 2018 om 18:43

Wout van Aert maakte zich dit weekend enkele opmerkelijke bedenkingen

Column Ik heb me de voorbije twee weken een paar keer de bedenking gemaakt dat ik tijdens die lange stageperiode een paar crossen heb laten liggen die ik verdomd graag rijd. Ik heb het over Mol, Essen en Overijse. Het voelt dubbel aan. Enerzijds heb ik die periode broodnodig om een basis te leggen voor de komende weken en maanden. Anderzijds denk ik: misschien moet ik het in de toekomst anders doen…

Sinds gisteravond ben ik opnieuw thuis. Zoals gepland werkte ik zondag nog een laatste stevige training af in Calpe. Deze week las ik nog een tweetal zogenaamde veldtrainingen in om opnieuw het crossgevoel te pakken te krijgen na twee weken alleen maar op de weg gefietst te hebben. En ik ga nog een paar keer achter de brommer rijden om wat snelheid in de benen te krijgen. Het is immers de bedoeling dat ik in Antwerpen en Zonhoven aan de start sta om te presteren. Dat zijn geen overgangswedstrijden.

Met pijn in het hart
Dat ik uitgerekend zondag nog zes uur op de fiets zat en pas om vier uur in de namiddag opnieuw in het hotel arriveerde, kwam me trouwens goed uit. Ik moet er niet flauw over doen, toen ik ’s avonds nog snel enkele fragmenten van de Druivencross bekeek, was dat met pijn in het hart.  Ik heb me de voorbije twee weken wel meermaals de bedenking gemaakt dat ik tijdens die lange stageperiode een aantal crossen heb laten liggen waarin ik in principe goed voor de dag moet komen. Ik won eerder drie keer op rij in Essen, in Mol was ik twee keer de beste en ook Overijse is een zalige omloop.

Dan vraag ik me echt af of ik dat in de toekomst niet anders moet aanpakken. Of ik mijn kalender anders moet opmaken. Voor het seizoen heb ik eerst alle wereldbekerwedstrijden vastgeprikt en daarna de puzzel gemaakt: wanneer kan ik er voor een langere periode uit om op stage aan mijn basis te werken. Want ook dat is een absolute noodzaak. Zeker als je daarna nog een voorjaar op de weg rijdt. En dan kom je al snel uit bij de twee voorbije weekends omdat er dan geen klassementscrossen waren. Maar moet dat wel? Ik focus me toch niet op de Superprestige en DVV Trofee, omdat mijn kalender dan té vol wordt. Moet ik dan niet een paar wedstrijden laten schieten die me niet zo goed liggen? Crossen op technische omlopen, met veel draaien en keren, waar het parcours zelfs bij regenweer droog blijft?

Moeilijke oefening
En dat is dan ook weer dubbel, want ik wil me profileren als veldrijder die op alle omlopen uit de voeten kan. Bijkomende vraag: wanneer vind ik dan de ruimte om wel op stage te gaan? Wedstrijden als Gavere, de Koppenberg en Zonhoven vind ik ook een must. Het is gewoon een bijzonder moeilijke oefening waar ik me soms geen raad mee weet.

Kijk naar de kalender. Voor mijn onderbreking was er de wereldbekermanche in Koksijde. Geen optie om er daar niet bij te zijn. Dit weekend is er Antwerpen en Zonhoven. Die laat je ook niet graag vallen. Bovendien kom je dan al te dicht in de buurt van de kerstperiode. Misschien is wat Laurens Sweeck doet een oplossing: even over en weer voor één wedstrijd. Maar dan zie je je stage onderbroken.

Verzadiging
Eigenlijk kom ik dan weer tot een conclusie die niet nieuw is: de kalender is verzadigd. Ik zag deze week het voorstel van Sporza commentator Carl Berteele passeren. De losse wedstrijden bundelen in september, stelt Carl voor. Ik snap zijn redenering wel. Zo’n overgangsperiode is niet slecht voor diegene die ook op de weg actief zijn. Maar dan maak je wel die eerste maand onbelangrijk en blijven de toeschouwers ook weg. Ik weet niet of dat de oplossing is.

Bovendien vindt Berteele de Amerikaanse wedstrijden geen meerwaarde hebben. Ik besef dat er nog zijn met die mening, maar dat is een typische reactie van iemand die die Wereldbekermanches in de VS niet heeft meegemaakt. Je moet er eerst geweest zijn, voor je kan oordelen. Natuurlijk moet de cross ook in Europa groeien, maar daarom moet je nog niet de ambitie van de Amerikanen dwarsbomen, denk ik. Die wedstrijden hebben gewoon hun plaats in het seizoensbegin.

Superleague
Ik geloof meer in de zogenaamde superleague. Daarin moet de UCI het voortouw nemen en de kans aangrijpen om de kalender te hervormen en internationaler te maken. Uiteraard zal België in de meerderheid blijven wat het aantal WB-manches betreft, maar maak er een gezond evenwicht van. Belgische klassiekers die uit de boot vallen, zullen heus ook wel blijven standhouden buiten de Wereldbeker. Daarom zijn het ook klassiekers. Maar zoals het nu is, wordt het steeds moeilijker om overal een topdeelnemersveld aan de start te krijgen. De renners gaan nog meer keuzes maken, vrees ik.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.