José De Cauwer tipt Senna Remijn: “Broers Roodhooft hebben er weer eentje”
Senna Remijn ontving vorige week de Gerrie Knetemann Trofee voor grootste Nederlandse talent van 2025. José De Cauwer begrijpt die uitverkiezing wel. De Sporza-commentator stelde tijdens de wielertalkshow De Laatste Etappe, onderdeel van het Wielergala in Utrecht, dat Alpecin-Deceuninck weer een veelbelovende renner in de gelederen heeft met Remijn.
Remijn reed afgelopen seizoen nog voor de opleidingsploeg van Alpecin-Deceuninck, maar is vanaf 2026 prof bij het WorldTeam. Afgelopen najaar reed hij namens die formatie al de Ronde van Luxemburg. “Ik weet nog dat hij daar derde was in de laatste etappe”, aldus De Cauwer. “Dat was een lastige rit, dus die uitslag is me opgevallen. Ik dacht: ze hebben er weer eentje, de broers Roodhooft.”
Nadat Remijn de trofee in ontvangst nam, gaf De Cauwer hem nog wat advies. Hij wees erop dat de jongeling niet hoeft te vrezen voor zijn kwaliteiten op langere klimmen. “Als je zo’n prijs pakt, dan heb je mogelijkheden. En als je dan spreekt over inspanningen van 10 minuten, daar kom je al een heel eind mee. Oké, dan kom je niet bovenop Alpe d’Huez en ook niet bovenop de Mont Ventoux, maar er zijn toch al heel veel klimmetjes die dan voorbij zijn. Dus ja, wat dat betreft.”
“Ik denk ook dat er nu heel veel ruimte binnen is binnen Alpecin-Deceuninck. Ze hebben daar meerdere renners weggedaan, waardoor die nieuwe, jonge kerels echt wel mogelijkheden krijgen om op een goedkope, intelligente manier koersen te kunnen lezen, te leren, te doen. En als je maar voldoende zicht hebt, dan zijn er mogelijkheden. Er zijn altijd mogelijkheden, dat weten we allemaal hier. Alleen je moet zorgen dat je daar klaar voor bent. Ook al ben je maar 19 jaar, ook al ben je 20 jaar. Als je dat kan, dan denk ik dat je een plaats hebt bij de beroepsrenners.”
Vaak klinkt hier kritiek omdat MVDP teveel aandacht zou krijgen.
Niets is minder waar.
Tibor del Grosso en nu weer Senna Remijn zijn de voorbeelden van hoe een "relatief kleine ploeg" zoals Alpecin-Deceuninck toch de krenten uit de pap weet te halen.
En ook bij veldrijden zijn de diverse ploegen van de Roodhooftjes een voorbeeld.
Kunnen andere teams nog wat van leren.