“Hey Wout… slaap je?”
©Photopress.be
dinsdag 15 januari 2019 om 15:20

“Hey Wout… slaap je?”

Column De eerste in een reeks van vier belangrijke crossen zit er op. De ambities waren groot. De teleurstelling nog groter. Na een uur baggeren in de loopgraven van Kruibeke was Toon Aerts de beste. Zelf kwam ik steendood over de finish. Ik won geen zilver, ik verloor de Belgische driekleur. Dan wil je maar één ding: zo snel mogelijk naar huis.

Zo werkt het uiteraard niet als je in een titelstrijd de top drie haalt. Eerst flash-interviews: tv en radio. Daarna de podiumceremonie. Dan in de studio bij Karl Vannieuwkerke. Daarna? Nog meer interviews. En de verplichte persconferentie, de nog meer obligate dopingcontrole en een bezoek aan de vip-tent van mijn persoonlijke sponsors. Ik voelde de steun. En dan, meer dan anderhalf uur na de wedstrijd kom je aan de camper. Blijkt dat een aantal fans me daar nog staat op te wachten. Dan voel je echt medeleven en besef je hoe belangrijk je fans zijn. Misschien nog meer als je een kampioenschap verliest.

Het is half acht als Sarah en ik de wagen voor de deur van onze woning parkeren. Stikkapot slenter ik naar binnen en plof me in de zetel. Veel zin om nog lang wakker te blijven heb ik niet. Piekeren is het codewoord. Slapen, dus! Maar dat lukt amper. Om één uur ’s nachts kruip ik opnieuw uit bed en beslis om mijn koffers in te pakken. Kwestie van de tijd te doden. Een half uur later volgt een nieuwe poging om de slaap te vatten. Vruchteloos. Het is al na tweeën en ik heb er genoeg van. Een slaappilletje dan maar. Mijn redding.

Dan is het plots wel heel snel maandagochtend. Op naar Otegem. Vastberaden om – ondanks de vermoeidheid die mijn hele lichaam overmeestert – de ontgoocheling door te spoelen met een goede wedstrijd, daar in West-Vlaanderen. Ik vrees het ergste, maar het valt mee. Een dik half uur peddel ik gezwind mee met Mathieu van der Poel, om uiteindelijk een foutje te maken en de rol te lossen. Ach, zonder dat foutje was ik ook gewoon tweede geworden…  Toch hervond ik het plezier, vooral toen ik merkte dat het talrijk opgekomen publiek genoot van dat duelletje.

Na dat uur voel ik me nog vermoeider. Ik moet wel het uurwerk in de gaten houden. Na een paar interviews, het podium, tien minuten losrijden op de rollen, douchen en nog een paar selfies met de fans, moet ik snel de wagen in naar Zaventem. Om half negen gaan de deuren van het vliegtuig dicht. Goed nieuws: de Boeing zit maar halfvol. De stewardess vertelt dat na het opstijgen ook de lege rijen mogen worden ingenomen. Zalig. Drie zetels voor mij alleen. Ik zet me neer en waan me in mijn eigen bed. De vermoeidheid is zo immens dat drie naast elkaar staande vliegtuigzetels zowaar als een boxspring aanvoelen.

We zijn amper van de grond en ik dommel in. Of niet? Toch wel. Tot ik plots wakker schiet en me rot schrik van een zware stem. Hey Wout… Slaap je? Een brave man hangt met zijn kop op een paar tientallen centimeter van die van mij. Of hij met mij op de foto mag. Verrassing voor zijn kleinzoon… Gohh. Het is niet altijd even fijn om Wout van Aert te zijn.

De slaap vatten lukt niet meer. Ik beslis dan maar om in de pen te kruipen. Elk nadeel heb z’n voordeel, zou Johan Cruijff gezegd hebben. Voor één keer heb ik dit schrijfseltje al klaar op maandagavond. En dat ze me nu maar even allemaal met rust laten. Tot volgende week!

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.