Dumoulin voelt geen druk: “Een topfavoriet voor goud ben ik niet”
dinsdag 23 september 2014 om 11:26

Dumoulin voelt geen druk: “Een topfavoriet voor goud ben ik niet”

Tom Dumoulin

foto: Sirotti

Tom Dumoulin maakt zich op voor zijn eerste wereldkampioenschap tijdrijden bij de profs. Gezien zijn prestaties het afgelopen jaar, staat de Limburger bij de bookmakers op een derde plaats. Wint de Nederlandse kampioen tijdrijden, dan krijgt men tien keer de inzet terug. Toch raadt Dumoulin mensen aan om geen geld op hem in te zetten. “De kans dat ik woensdag met de regenboogtrui om mijn schouders sta, acht ik niet groot”, vertelt hij aan WielerFlits.

“Het begint nu wel een beetje te kriebelen.”
Noem het realistisch, noem het jezelf vast indekken, of noem het slim in de underdogpositie kruipen. Feit is dat Dumoulin zich de laatste jaren stormachtig heeft ontwikkeld in het tijdrijden. Twee jaar geleden in Valkenburg werd hij bijvoorbeeld nog tiende tijdens de tijdrit voor beloften, waar hij een minuut en veertig seconden toegaf op Anton Vorobyev. Om maar aan te geven hoe knap het eigenlijk is dat men de geboren Maastrichtenaar nu al tot de grote heren in het tijdrijden bij de profs rekent.

De 23-jarige renner van Giant-Shimano kan dan ook rekenen op de nodige media-aandacht uit eigen land. “Je bent al de zesde die ik spreek vandaag (maandag, red.), dus het wordt op een gegeven moment wat minder leuk”, lacht Dumoulin. “Maar je weet dat het komt. Ik heb al twee keer de Tour de France betwist, dus ik ben wel wat gewend. Het mag duidelijk zijn dat ik erg veel zin heb in woensdag, ik kijk er echt naar uit. Zenuwen? Nee, maar het begint nu wel een beetje te kriebelen, dat wel.”

Tom Dumoulin

De ambiance in het Spaanse Ponferrada is in ieder geval goed, de valpartij van Rabobank-Liv daar gelaten. Vrouwen in vorm Annemiek van Vleuten en Anna van der Breggen zagen daar letterlijk hun WK-ambities onder zich vandaan glijden. Desondanks: “De sfeer is goed! Het is natuurlijk een heel bont gezelschap hier met de junioren vrouwen, de dames en Stef (Clement, red.) en Dylan (van Baarle, red.) die hier de hele week ook al zijn. Met de Nederlandse selectie zo onder elkaar, is natuurlijk heel anders dan wanneer je met de ploeg op pad bent. Al heb ik het daar ook altijd reuze naar mijn zin, begrijp me niet verkeerd”, schetst de tijdrijder.

“Ik heb geen gekke dingen gedaan in de voorbereiding.”
Een wereldkampioenschap vraagt om een andere benadering, zou je zeggen. “Nee, eigenlijk niet”, kaatst Dumoulin die bal terug. “Het hele jaar rijd ik eigenlijk gewoon goede en constante tijdritten. Ik heb geen gekke dingen gedaan en probeer me op deze tijdrit net zo voor te bereiden zoals op elke andere race tegen de klok. Ik doe mijn best om deze dagen voorafgaand aan woensdag dan ook op een normale manier te benaderen. Het heeft weinig zin om er heel erg druk mee bezig te zijn. Ik denk niet dat zo’n aanpak zorgt voor een beter resultaat.”

“Elke tijdrit is anders. Soms zit-ie in etappekoersen, een enkele keer is het een eendaagse. Maar na de ploegentijdrit van afgelopen zondag (waar Dumoulin met Giant-Shimano achtste werd, red.) ligt mijn focus volledig op woensdag, waarin ik zo veel mogelijk rust pak. Vandaag heb ik alleen maar wat losgereden op de rollers, terwijl we morgen (vandaag, red.) het hele parcours gaan verkennen. Maar ook dat doe ik met de rem erop”, legt de Limburger uit.

Tom Dumoulin

In deze laatste week van september hoopt Dumoulin zijn derde vormpiek van het jaar te bereiken. “Tot zo ver lig ik op schema, het niveau is goed”, klinkt hij zelfverzekerd. “Ik heb voor mijn eigen gevoel een goede Eneco Tour gereden, al had ik daarna een lastig moment. Gelukkig was dat thuis. Toen kwam de vermoeidheid eruit van de Tour, de criteriums en de Eneco Tour. Ik heb in de weken na de Tour wel geprobeerd mijn rust te pakken, maar met mijn gedachten was ik alweer bij de Eneco Tour. Je blijft gefocust en dat kost energie. Na de rittenkoers door België en Nederland werd het me even wat te veel, maar gelukkig pakte ik het daarna weer goed op in Alberta en behaalde ik ook in de Canadese klassiekers mooie resultaten. Daar heb ik vertrouwen op gedaan, wat ik heb meegenomen hier naartoe. Tijdens de ploegentijdrit van zondag voelde ik me ook heel goed. Ik hoop dat dit gevoel nog een weekje aanhoudt.”

“Ik had liever drie rondjes over het wegparcours gefietst.”
Naast dat de favorieten komende woensdag in topvorm moeten zijn, moeten ook de weergoden je goed gezind zijn. De wedstrijden van de meisjes en beloften – met respectievelijk de Australiërs Macey Stewart en Campbell Flakemore als winnaars – vielen namelijk letterlijk in het water. En dat is iets waar de Limburger niet op zit te wachten: “Ik heb liever gewoon een droge rit. Maar als iedereen evenveel regen heeft, vind ik het niet erg. Dan zijn de omstandigheden voor iedereen gelijk. Op een regenachtige dag is dat echter nooit het geval, omdat de één er nu eenmaal meer last van heeft dan de ander. Het weer is nooit constant. En dat is niet leuk, dat heb ik liever niet. Natuurlijk kan dat ook wel eens in je voordeel uitpakken, maar het liefste heb ik een eerlijke strijd. Een droge dag zou dat mogelijk maken.”

Tot op heden heeft Dumoulin enkel de laatste vijftien kilometers van het in totaal 47,1 kilometer lange traject bekeken. “Die zijn namelijk bijna hetzelfde als het wegparcours”, legt de Nederlandse kampioen tegen het uurwerk uit. “En om eerlijk te zijn had ik liever drie rondjes over die route gereden. Voor mij had het wel iets zwaarder mogen zijn. Aan de andere kant: na iedere tijdrit, of die nu compleet vlak is of heel erg lastig, staat de beste tijdrijder op het hoogte schavot. Uiteindelijk maakt het parcours niet heel veel uit, aangezien het een man tegen man gevecht blijft. En hoe het traject er ook uit ziet, vaak zijn het dezelfde namen die komen bovendrijven.”

“Brons het hoogst haalbare? Zeg nooit, nooit.”

Tom Dumoulin

Eén van die namen is dit seizoen Tom Dumoulin. Je kunt er niet om heen: vier keer eerste (waaronder het NK en de tijdrit in de Eneco Tour), vijf keer tweede (onder meer in de Ronde van België, twee keer in de Ronde van Zwitserland en in de Tour; Tony Martin was steeds de angstgegner), een keer vijfde en een keer zesde. Dat waren alle resultaten van de 23-jarige Giant-Shimano-renner in tijdritten dit seizoen. Een schitterende reeks, waardoor de quotering bij de bookmakers niet eens zo gek is.

Zelf maakt hij zich echter geen illusies: “Ik weet niet waar het vandaan komt, maar een echte topfavoriet voor de wereldtitel ben ik niet. Ik denk dat er maar twee echte favorieten zijn en dat zijn Sir Bradley Wiggins en Tony Martin. Daarachter komen een aantal mannen die de strijd om het brons gaan uitmaken, met onder meer Adriano Malori, Rohan Dennis, Alex Dowsett en ik.” Eremetaal is dus wel haalbaar voor de Limburger. Hij zou daarmee bij de profs in de voetsporen treden van Stef Clement. De toen 25-jarige Bouygues Telecom-renner legde op het WK in het Duitse Stuttgart in 2007 beslag op de derde plaats, na winnaar Fabian Cancellara en Laszlo Bodrogi.

Dumoulin raadt de gokkers aan om zijn tip aan te nemen. Volgens hem is regerend wereldkampioen Martin opnieuw dé te kloppen man. “Ja, normaal gezien wel. Als Tony niets geks tegenkomt, dan is hij voor mij op dit moment onverslaanbaar. Daar heb ik ook wel vrede mee hoor. Ik ben pas 23 en heb nog vele jaren voor me. Of een derde plek dan op dit moment het hoogst haalbare voor mij is? Zeg nooit nooit, natuurlijk. Ik bedoel daarmee te zeggen dat een Wiggins ook een slechte dag kan hebben. Maar als iedereen op het top van zijn kunnen presteert, dan zou brons een hele mooie medaille zijn voor mij. Dat zou iets tastbaars en een schitterende bekroning op een heel mooi jaar zijn”, sluit hij af.

RIDE Magazine